De Oekraïense vluchtelingencrisis: Eerste ervaringen van veiligheidsregio’s en gemeenten
3 mei 2022
Om inzicht te verkrijgen in de ervaringen die bij de opvang van de Oekraïense vluchtelingen zijn opgedaan, heeft het lectoraat Crisisbeheersing een snelle kennismobilisatie uitgevoerd onder veiligheidsregio’s en gemeenten.
Sinds de inval van Russische troepen in Oekraïne is er een enorme vluchtelingenstroom op gang gekomen. Ook in Nederland arriveerden de afgelopen weken bijna 50.000 vluchtelingen. Om inzicht te verkrijgen in de ervaringen die bij de opvang van de Oekraïense vluchtelingen zijn opgedaan, heeft het lectoraat Crisisbeheersing een snelle kennismobilisatie uitgevoerd onder veiligheidsregio’s en gemeenten.
Het kabinet gaf op 7 maart 2022 aan de voorzitters veiligheidsregio de opdracht om in totaal 50.000 opvang-plekken te creëren. De veiligheidsregio’s gingen met deze opdracht aan de slag. Daarmee zagen vooral de gemeenten zich voor een enorme opgave gesteld. Naast opvangplekken dienden namelijk ook financiële bijstand te worden geregeld en onderwijs en zorg voor de Oekraïense vluchtelingen te worden georganiseerd. (1)
Overeenkomsten en verschillen
Zoals twee jaar geleden voor de bestrijding van de coronacrisis de nationale crisisstructuur werd geactiveerd, zo gebeurde dat ook nu weer om de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne in goede banen te leiden. De wijze waarop hierover afstemming tussen het Rijk en decentrale overheden plaatsvindt, vertoont overeenkomsten met de wijze waarop dat tijdens de coronacrisis ging. Naast overeenkomsten zijn er in vergelijking met de coronacrisis ook verschillen te constateren in de bestuurlijke constellatie. Eén van de verschillen is dat bij de bestrijding van infectieziekten de voorzitters veiligheidsregio formeel een rol hebben. Bij de opvang van vluchtelingen is dat niet het geval; die taak ligt primair bij het Rijk en de gemeenten.
Uitgelichte observaties
- Het Rijk
Al in de aanloop naar deze vluchtelingencrisis bleek onduidelijkheid te bestaan over het instrumentarium aan bevoegdheden om (nood)opvang voor asielzoekers te realiseren. Ook nu lijkt de uitvoering vast te lopen op het ontbreken van een aanwijzingsbevoegdheid. Gemeenten vinden het de hoogste tijd dat het Rijk duidelijkheid geeft over de wijze waarop de opvang van Oekraïense vluchtelingen (én de huisvesting van statushouders) in de komende periode zal plaatsvinden.
2. Veiligheidsregio’s
De voorzitters veiligheidsregio’s zullen de discussie moeten aangaan voor welke soorten van crises zij aan de lat willen staan. Dat de problemen in Ter Apel (die al jarenlang speelden) nu opeens door de veiligheidsregio’s moeten worden opgelost, lijkt oneigenlijk en het risico bestaat dat het Rijk ook voor andere problemen die nationaal niet worden opgelost de weg van de veiligheidsregio’s gaat bewandelen.
3. Gemeenten
Gemeenten hebben bij de opvang van de Oekraïense vluchtelingen een cruciale rol te vervullen. Daarmee wordt van de gemeentelijke organisatie, die tijdens de coronacrisis al veel werk verzette, opnieuw een grote inspanning gevraagd. Daarnaast is de tijd van vrijblijvendheid nu voorbij; solidariteit is geboden. Hoewel ‘naming en shaming’ niet de oplossing is, kan meer transparantie in wat gemeenten de afgelopen jaren aan opvang van vluchtelingen hebben gedaan, wel duidelijkheid scheppen.
Sluimerende crises werden zichtbaar
Net op het moment dat de coronacrisis ten einde leek, volgde er met de Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022 een volgende crisis van ongekende omvang. In enkele weken tijd ontstond een grote vluchtelingenstroom en de economische consequenties van de oorlog zijn groot en direct voelbaar. Het is mede daarom bewonderenswaardig te noemen dat zo kort na de coronacrisis, die veel van de samenleving had gevraagd, er zo veel inzet is gepleegd om binnen tien weken zo’n 50.000 vluchtelingen uit Oekraïne op te vangen. Ruim 34.000 vluchtelingen verblijven op dit moment in een gemeentelijke opvanglocatie.
Lees het rapport
U vindt het rapport terug op de pagina Oekraïne.
- Voetnoot-1 Op grond van de EU-richtlijnTijdelijke Bescherming (Richtlijn 2001/55/EG), die op 4 maart 2022 door de Raad van de EU van kracht werd verklaard omdat EU-landen eventuele asielverzoeken van Oekraïense vluchtelingen niet op een goede manier zouden kunnen verwerken, genieten Oekraïense vluchtelingen in EU-lidstaten het recht op opvang, medische zorg en onderwijs voor minderjarige kinderen. Ook biedt de regeling het recht om in het land van verblijf te werken.
Lees ook
Daphne Dechering van Saxion University of Applied Science heeft met een scriptie over de invloed van houteigenschappen op het brandgedrag van hout de NIPV-VVBA-scriptieprijs 2023 gewonnen.
Op 31 mei verscheen in de reeks Lessen uit crises en minicrises een speciale editie over klimaatverandering en extreem weer.
Eind 2022 telde de Nederlandse brandweer in totaal 22.273 personen in repressieve dienst. Dat is 112 brandweermensen minder dan in 2021. Dat en meer blijkt uit de gegevens over repressief brandweerpersoneel die NIPV publiceert.
De huidige elektronische leeromgeving (ELO) is aan vervanging toe. Daarom komt er in 2024 een nieuwe ELO. Veiligheidsregio’s, regionale opleidingsinstituten en NIPV werken hierbij nauw met elkaar samen.
Is er een uniforme aanpak mogelijk voor het verzamelen van brandstatistiek in de Europese Unie? Dat heeft het lectoraat Brandveiligheidskunde van NIPV onderzocht binnen het Europees onderzoeksproject EU FireStat.
Op dinsdag 20 juni vindt de volgende LCMS release plaats. Tijdens deze release wordt de symbolenset voor Plot geheel vernieuwd. De nieuwe en gemoderniseerde set wordt in het pdf-document gepresenteerd. Daarin is te zien hoe alle symbolen zijn opgebouwd en waar ze voor fungeren.
De Universiteit Leiden en NIPV verzorgen samen een collegereeks over het Nederlandse crisismanagementstelsel.
Het GGB-model is een generieke, flexibel inzetbare werkwijze voor allerlei scenario’s. Vorig jaar is het GGB-model geëvalueerd. Dat heeft geleid tot een aantal bijstellingen, die nu in de Leidraad GGB versie 2.1 verwerkt zijn.
In 2022 waren er 306 incidenten met alternatief aangedreven voertuigen waarbij de brandweer aanwezig is geweest: 189 ongevallen en 117 branden.