Nieuw convenant voor Platform Industriële Incidentbestrijding
Oktober 2022
Het Platform Industriële Incidentbestrijding (PII) is in een nieuwe fase gekomen, met de ondertekening van een convenant op 21 september jl. Het samenwerkingsverband van vier gespecialiseerde grote industriebrandweerkorpsen formaliseert hiermee de al jaren bestaande afspraken over kennisdeling, back-upfunctie en onderlinge bijstandverlening bij grootschalige incidenten. De leden van het PII zijn de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam, Dow Terneuzen, Shell Chemicals in Moerdijk en Sitech Site Services in Geleen. Het PII overlegt nog met een aantal andere grote bedrijfsbrandweren over verdere verbreding van de samenwerking.
Het PII werd al jaren geleden in het leven geroepen door enkele grote aangewezen Brzo-bedrijfsbrandweren. Aanvankelijk beperkte de doelstelling zich tot het delen van kennis en ervaring en het verzorgen van back-up met gespecialiseerd materieel in situaties van storing of onderhoud. Het ‘zware geschut’ voor grootschalige industriële brandbestrijding betreft immers specialistisch en schaars materieel, met hoge kosten en complexe logistiek. Niet ieder industriekorps kan uitval van componenten volledig met eigen reserves ondervangen.
Na een periode van haperende samenwerking, werd het platform in 2017 nieuw leven ingeblazen. De operationele samenwerkingsafspraken zijn mede in lijn met resultaten van het deelproject specialistische industriële ondersteuning van het landelijk project Specialisme Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS) van Brandweer Nederland. Sinds 2019 kunnen de leden elkaar bij grote complexe incidenten, zoals tank- of tankputbranden, daadwerkelijk operationele bijstand verlenen. Hiervoor is 24/7 een dienstdoende coördinator van het samenwerkingsverband oproepbaar en er is een centraal alarmnummer ingesteld, dat uitgevoerd wordt door Sitech in het Operational Center Chemelot in Geleen. Naast onderlinge bijstand is het doel van deze regeling tevens het kunnen leveren van gespecialiseerde industriële bijstand aan de overheidsbrandweer, indien gewenst.
Voorzitter Arie Kleijwegt van het PII licht toe dat met het op 21 september ondertekende convenant de al sinds 2019 geldende samenwerkingsafspraken formeel organisatorisch en juridisch zijn vastgelegd. “Met het zetten van de handtekeningen van de vier CEO’s van de deelnemende partijen bekrachtigen we in feite wat al jaren praktijk is. Kern van de overeenkomst is dat alle leden van het PII een inspanningsverplichting hebben ten opzichte van elkaar, om binnen de grenzen van hun mogelijkheden elkaar met menskracht en materieel bij te staan. Hiermee versterken we de expertise en slagkracht van de gespecialiseerde industriële brandweerzorg in het Nederlandse Brzo-domein.”
Conform de afspraken in het convenant zijn grootvermogenpompen, slangenmateriaal, blusvoertuigen, monitoren en personele capaciteit niet alleen beschikbaar om de maatgevende incidentrisico’s op de eigen locatie af te dekken, maar ook om collegabedrijven in noodsituaties bij te staan. De PII-leden hebben ook afgesproken om ten behoeve van grootschalige schuimblussing een bepaalde hoeveelheid schuimvormend middel als surplus in voorraad te houden ten behoeve van onderlinge bijstandverlening, in situaties waarin de eigen schuimvoorraad van een van de partners niet toereikend is.
Dat de operationele samenwerking in de praktijk al goed functioneert, bleek volgens Arie Kleijwegt vorig jaar juli tijdens de regionale watersnood in Limburg. Door de hoge waterstand in de Maas en het Julianakanaal dreigde een dijk te bezwijken, waardoor het Julianakanaal grotendeels leeg kon lopen. Daarmee zou de blus- en koelwatervoorziening van het industrieel complex Chemelot in Geleen in gevaar komen. De bedrijfsbrandweer van Sitech Site Services maakte gebruik van de landelijke alarmeringsregeling voor specialistische bijstand van de leden van het PII voor ondersteuning om een noodbluswatervoorziening naar het Chemelot-terrein te realiseren. Kleijwegt: “Binnen twee uur na de aanvraag hadden de leden het gevraagde materieel, in de vorm van onder andere slangenmateriaal en logistieke ondersteuning, onderweg naar Limburg. Het was de eerste echte praktijkinzet onder de vlag van het PII, waarbij de noodbluswatervoorziening uiteindelijk niet hoefde te worden ingezet omdat de dijk standhield.”
Volgens Kleijwegt is de effectiviteit van het PII als collectief platform voor grootschalige industriële incidentbestrijding gebaat bij verdere versterking. Er vindt overleg plaats met andere specialistische bedrijfsbrandweerorganisaties.
Lees ook
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
Met de omzetting van de PGS-reeks naar PGS’en ‘Nieuwe Stijl’, die enkele jaren geleden is gestart, is voor deze serie richtlijnen ook het digitale tijdperk begonnen. De nieuwe risico- en scenariogestuurde werkwijze met ‘doorklikfuncties’ werkt immers alleen in een digitale omgeving.