Handelingsperspectief voor incidentmanagement bij zero-emissie busvervoer
29 augustus 2024
Uit onderzoek blijkt dat drie partijen een belangrijke rol vervullen bij management van een incident bij zero-emissie busvervoer. Dit zijn de buschauffeur en het vervoersbedrijf, de brandweer en het bergingsbedrijf. Dit onderzoek laat zien welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij een zero-emissie busincident per fase van incidentbestrijding: alarmeren, herkennen, verkennen, stabiliseren, bestrijden en nazorg.
Vervangen dieselbussen voor zero-emissie bussen
Het Nederlandse openbaar vervoer verduurzaamt in hoog tempo. Vanaf 1 januari 2025 mogen er geen nieuwe dieselbussen meer worden aangeschaft om in te zetten in het Openbaar Vervoer. En vanaf 1 januari 2030 mogen er geen dieselbussen meer worden ingezet in het openbaar vervoer. Vooralsnog ontbrak een handelingsperspectief voor de bestrijding van incidenten met zero-emissiebussen die ingezet worden in het openbaar vervoer.
Thed van Harn, onderzoeker energie- en transportveiligheid: “Het grootste verschil tussen zero-emissie bussen en conventionele bussen is de manier waarop de energie is opgeslagen die wordt gebruikt voor de aandrijving. Waar bij conventionele bussen de energie opgeslagen zit in bijvoorbeeld diesel, bevindt de energie in zero-emissie bussen zich in waterstoftanks en/of batterijpakketten. Dit zijn tevens twee onderdelen die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen die andersoortig zijn dan de risico’s van conventionele bussen.”
Chauffeur stelt veiligheidsprotocol in werking
Voor de buschauffeur en het vervoersbedrijf geldt dat de chauffeur op de hoogte moet zijn van de te nemen stappen wanneer er een incident plaatsvindt. En dat deze persoon in staat is het veiligheidsprotocol vanuit het vervoersbedrijf in werking te stellen. Het vervoersbedrijf dient dit veiligheidsprotocol op te stellen en op orde te hebben. Daarnaast moet het vervoersbedrijf in het geval van een incident een bedrijfsdeskundige ter plaatse sturen.
Rol brandweer en bergingsbedrijf
Voor de brandweer geldt dat zij de omgeving dienen veilig te stellen en dat zij diverse incidentbestrijdingstaken uitvoert. Het grootste verschil in werkzaamheden tussen een elektrische en waterstof aangedreven bus komt voort uit de aanwezigheid van waterstoftanks op waterstof aangedreven bussen: in die gevallen kan door het afblazen van het waterstofgas een fakkelbrand ontstaan. Het bergingsbedrijf zorgt voor het veilig transporteren en stallen van de bus na het incident.
Dit rapport is met name bruikbaar voor incidentbestrijders bij de veiligheidsregio’s, met in het verlengde bergers en busvervoerders.
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en maakt deel uit van een groter onderzoeksprogramma Brandveiligheid en incidentmanagement zero-emissievoertuigen.