Netwerkdag LEC Industriële Veiligheid: risicobeheersing in een veranderende wereld
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, november 2023
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s. Volop stof ter lering en discussie tijdens de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) in Arnhem op 9 november jl. In de workshops werden vier thema’s uitgediept: de Omgevingswet, de problematiek rond spoorwegemplacementen, certificering en testen van blusinstallaties en adviseren en besluiten in onzekere situaties.
Na de aftrap van de netwerkdag door dagvoorzitter Ron Bouwman, programmamanager van het LEC IV, is het podium voor de eerste plenaire presentatie voor Ed Oomes, manager Operational Resilience bij Amsterdam Airport Schiphol. Het werd een lesje crisismanagement in een veranderende wereld, waarin ook crises en hun maatschappelijke effecten anders zijn dan pakweg dertig jaar geleden. In die tijd stonden het nationale en regionale veiligheidsbeleid vooral in het teken van fysieke flitsrampen, zoals industriële branden en explosies, trein- en vliegtuigongevallen. In zijn boeiende betoog liet Ed Oomes zien hoe die klassieke calamiteiten in de afgelopen decennia meer en meer plaats hebben gemaakt voor nieuwe crisisconcepten.
Disruptieve crises
Ed Oomes betoogt dat het begrip ‘crisis’ in de loop der jaren is mee geëvolueerd met de maatschappij. Hij benoemt crisis als een ‘mening’ en een ‘sociaal construct’, waarbij de impact van de gebeurtenis vooral wordt bepaald door de perceptie van de samenleving van die gebeurtenis. ‘Disruptie’ (ontwrichting) van maatschappelijke processen of de bedrijfsvoering bij grote ondernemingen zijn kenmerkend voor ‘moderne crises’. Een van de kwetsbaarheden in de bedrijfsvoering van veel ondernemingen is dat bedrijven zo scherp sturen op efficiency en kostenbeheersing dat er te weinig redundantie in het systeem over is om incidenten of verstoringen te kunnen opvangen. Ook in de industriële omgeving kunnen die kwetsbaarheden zich voordoen.
De maatschappelijke effecten zijn voeding voor soms heftige debatten op social media, in de mainstream media en ook in politieke kringen. Ed Oomes: “Tegenwoordig is er altijd wel iemand boos (als er een crisis of incident is). Het lastige is dat dit steeds een andere partij kan zijn. Het is minder voorspelbaar wie die boze partij is. Daarnaast krijgen in de nasleep aspecten als waarheidsvinding en schuldvraag steeds meer nadruk.”
Als gevolg van die maatschappelijke roep om ‘recht’, lopen zowel overheden als bedrijven het risico om als verdachte in het beklaagdenbankje te komen. Bijvoorbeeld bij aantoonbaar falend veiligheidsbeleid of verondersteld onvoldoende toezicht en handhaving, waardoor een calamiteit of onveilige situatie kon ontstaan. Ook de vakgebieden risicobeheersing en industriële veiligheid moeten zich bewust zijn van de veranderende maatschappelijke context rond risico’s en crises, waarschuwt Ed: “Dat iets mag volgens de wet- en regelgeving, wil niet zeggen dat belangengroepen of juristen het daar ook mee eens zijn. Risicobeheersing wordt daarmee ook een ingewikkelder vraagstuk. Want een risico is meer dan het simpele rekensommetje kans maal effect, maar wordt ook in belangrijke mate bepaald door wat de publieke opinie ervan vindt.”
Ed somde een lijst van tientallen incidenten en crises op uit zijn eigen werkdomein Schiphol en toonde hoe in de loop der jaren de ‘disruptieve crises’, ook zonder fysiek incident als lokale oorzaak, steeds mee aandacht vragen van het crisismanagement op de luchthaven. Een grote uitdaging was nine-eleven in New York in 2001, toen al het vliegverkeer van en naar de VS acuut werd stilgelegd en honderden vluchten die al onderweg waren moesten terugkeren naar Schiphol. Het ‘parkeren’ van al die vliegtuigen op de platforms en de verstoring van vliegschema’s, leverden grote problemen op. Van recentere jaren zijn vertragingen en geschrapte vluchten als gevolg van terrorisme, activisme, vulkaanuitbarstingen en extreem weer. Maar ook de extreme drukte en lange wachtrijen op de luchthaven door tekort aan beveiligingspersoneel of uitgevallen Wifi, werd door Schiphol als crisis benaderd. Een van de dagen met topdrukte leidde zelfs tot onbereikbaarheid van de luchthaven en verstopping van snelwegen in de omgeving.
Concept of Operations
De ervaringen met disruptieve crises brachten Schiphol tot aanpassing van haar crisismanagementorganisatie, met uitwerking van een aantal basisscenario’s en handelingsperspectief voor uiteenlopende typen verstoring. Meer naar de voorkant, kwetsbaarheden en afbreukrisico’s benoemen, communiceren en anticiperen op mogelijke scenario’s en kritische besluitvorming over ingrepen in het vliegschema en andere processen op de luchthaven, vormen de kern van een nieuw ‘concept of operations’ voor de luchthaven.
Rondje regio’s: Chemelot ‘eyecatcher’ in Limburg
Het tweede deel van het ochtendprogramma was voor het traditionele ‘rondje langs de regio’s’. Wat gebeurt er in alle windstreken op het gebied van industriële veiligheid? Iwan Custers beet de spits af en belichtte de situatie op chemiepark Chemelot in Sittard-Geleen. Actueel vanwege de strafzaak tegen een bedrijf op het park. Door het OM is een boete van 25 miljoen euro is geëist wegens onveilige werksituaties en slachtoffers door incidenten die daaruit voortvloeiden. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid doet nog onderzoek.
Volgens Iwan Custers worden het spannende maanden voor het Chemiepark en ook Veiligheidsregio Limburg-Zuid kijkt intensief mee. Er is een convenant opgesteld, met als insteek dat alle nieuw uit te voeren projecten op het chemiepark moeten zijn gericht op het maximaliseren van veiligheid. In het eerste kwartaal van 2024 starten enkele veiligheidspilots. De bedrijven opereren weliswaar op hoofdlijnen volgens de regels, maar de veiligheidsregio en justitie zijn van mening dat van bedrijven met zo’n hoog risicoprofiel aanmerkelijk grotere veiligheidsambities mogen worden verwacht dan het minimumniveau dat de wet eist.
Noordwest: zorgbedrijven
In de regio Noordwest signaleert Marjolein Zandvliet dat Seveso-bedrijven bij nieuwe projecten op hun terreinen wel een sterke focus hebben op veiligheid, maar dat tegelijkertijd de naleving van basale veiligheidseisen onder de maat is. Voorbeelden zijn: beperkte bereikbaarheid voor de bedrijfsbrandweer, slechte toegankelijkheid van blusvoorzieningen en het waarborgen van vrije vluchtwegen. Verder hebben de samenwerkende Seveso-toezichthouders in Noordwest recent de procedure ‘Zorgbedrijven’ geïmplementeerd. Bij zorgbedrijven is een andere interventiestrategie nodig om het slechte naleefgedrag te corrigeren. Een grote wijn- en alcoholopslag is inmiddels aangewezen als ‘zorgbedrijf’.
Noordwest investeert ook in ketensamenwerking tussen de veiligheidsregio’s en de omgevingsdienst, onder andere door adviseurs en inspecteurs een werkplek te geven bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Die samenwerking leidt tot kortere lijnen, betere informatiedeling en betere kennis van elkaars werkwijzen en processen.
Zuidwest: poolvorming inspecteurs
In de regio Zuidwest is een belangrijk thema het effectiever inzetten van de beschikbare menskracht voor inspecties. Frank Blaauw licht toe dat de vijf samenwerkende veiligheidsregio’s een gezamenlijke inspecteurspool hebben gevormd, die ook de 142 Seveso-bedrijven in het gebied gezamenlijk gaan inspecteren. Tot op heden worden die Brzo-inspecties nog door de regio’s afzonderlijk gedaan, maar ontwikkelingen op het gebied van personele capaciteit nopen tot meer samenwerking en krachtenbundeling. De samenwerkende regio’s verwachten dat door personeelsverloop de komende jaren 25 procent van de advies- en inspectiecapaciteit vacant wordt. Het vinden van nieuwe IV-specialisten voor deze functies is dan ook een belangrijk doel in het meerjarenbeleidsplan. De veiligheidsregio’s willen actief met de buitenwereld gaan communiceren om zich als aantrekkelijke werkgever op de kaart te zetten bij het onderwijs en andere doelgroepen.
Oost: samenwerking veiligheidsregio en omgevingsdienst
Vanuit regio Oost vertelt Joram Gielbert dat er ook hier veel aandacht is voor samenwerking met de omgevingsdienst, die al jaren redelijk intensief is. Actueel is het stroomlijnen van werkafspraken tussen de oostelijke veiligheidsregio’s en de omgevingsdienst, onder andere over het gemeenschappelijk uitvoeren van evaluatie en intervisie na industriële incidenten. Na een recent incident in Gelderland-Zuid heeft inmiddels zo’n gemeenschappelijke evaluatie plaatsgevonden.
Noord-Nederland: speerpunt energietransitie
In Noord-Nederland is de focus vooral gericht op Noord-Groningen, dat zich in rap tempo ontwikkelt tot internationale ‘hub’ in het kader van de energietransitie. In de Eemshaven bevindt zich al een drijvende LNG-terminal die vloeibaar gas transformeert tot aardgas om de Nederlandse ‘gasrotonde’ te voeden. En er zijn grote ambities om ook op het gebied van waterstof en opslag van duurzaam opgewekte elektriciteit van windparken een majeure functie te gaan spelen. Zo is in Delfzijl de ‘Giga Storage’ in ontwikkeling: een energieopslagvoorziening op basis van lithium-ion batterijen ter grootte van vijftien voetbalvelden. Werk genoeg aan de winkel voor de specialisten industriële veiligheid in Noord-Nederland. Verder is Veiligheidsregio Groningen druk met een juridische procedure die is aangespannen door een tankopslagbedrijf dat het niet eens is met de opgelegde eisen op grond van de PGS 29 voor tankputbrandbeheersing.
Brabant: stroomkabels en bedrijfsbrandweeraanwijzingen
Antoon Kleijne belicht de actualiteit in de Brabantse veiligheidsregio’s. Als eerste de poblematiek rond de vervanging van een vitale stroomkabel bij een chemiebedrijf in Midden- en West-Brabant. De veiligheidsregio wil waarborgen dat tijdens die vervanging geen onacceptabele veiligheidsrisico’s ontstaan als door onverhoopte stroomuitval tijdens de werkzaamheden vitale processen ontregeld raken. Dat risico wordt ondervangen door het installeren van noodstroomaggregaten. De veiligheidsregio blijft betrokken bij dit project als adviseur en toezichthouder. Discussie over dit thema maakt duidelijk dat, gezien de leeftijd van het elektriciteitsnet, de komende jaren wellicht op meer plaatsen problemen gaan spelen met verouderde elektriciteitskabels risicobedrijven. Zou het misschien een idee zijn daar eens gerichte op te inspecteren, onder de noemer ‘Ageing in de energievoorziening’?
Een ander thema dat Antoon aansnijdt is de bedrijfsbrandweerzorg. Hij stelt vast dat Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant ‘slechte’ bedrijfsbrandweerrapporten krijgt van bedrijven en dat de opgestelde werkwijzers kennelijk nog onvoldoende houvast bieden. Tijd voor bijscholing! Ook zouden adviseurs van adviesbureaus beter moeten worden geïnformeerd over wat de veiligheidsregio’s precies van hen verwachten. Karin Eshuis haakt erop in door te verwijzen naar een speciale bedrijvendag die op 7 december wordt georganiseerd. Wellicht kan het thema daar ook worden besproken.
Tot slot roert Antoon Kleijne het thema publiek-private samenwerking in de bedrijfsbrandweerzorg aan. Na de evaluatie van de brand bij ChemiePack in 2005 werd in het Moerdijkse haven- en industriegebied zo’n PPS-brandweerkorps opgericht, maar tijdens een audit is gebleken dat het korps de geëiste opkomsttijd van 6 minuten niet haalt. Wat zijn de opties? De responstijd oprekken naar 8 minuten? Of de PPS helemaal stoppen? Het thema blijkt op meer plaatsen in het land te spelen waar PPS-bedrijfsbrandweren actief zijn. Het thema komt in december aan de orde tijdens de vergadering van de Werkgroep bedrijfsbrandweren.
Workshops
In het middagprogramma waren er vier workshops rond actuele thema’s. De Omgevingswet stond weer op de agenda, want op 1 januari a.s. is het echt zo ver en wordt de langverwachte wet eindelijk van kracht. Aan de hand van een opfriscursus met enkele scenario’s voor adviesaanvragen via de Mentimeter peilde workshopleider Karin Eshuis of de veiligheidsregio’s er organisatorisch klaar voor zijn. In maart, april en mei komend jaar, worden nog enkele opfriscursussen verzorgd, om de puntjes op de i te zetten als de veiligheidsregio’s met het nieuwe bestel voor advies, toezicht en handhaving uit de startblokken zijn.
Walter Reurink en Joram Gielbert verzorgden een workshop over de veiligheidsproblematiek rond spoorwegemplacementen. Het project is al in 2013 gestart, maar verloopt weerbarstig. Nu is echter toch een leidraad voor beoordeling van omgevingsrisico’s in zicht, die komend jaar door het LEC IV wordt gepubliceerd. Het is volgens de inleiders een ‘taai proces’ door discussie over enkele principiële punten omtrent onder andere bedrijfsbrandweeraanwijzingen, schuimvoorraden en financiering van maatwerk. De stand van zaken anno november 2023: er liggen 22 factsheets van ProRail op grond waarvan de betreffende emplacementen kunnen worden ingedeeld in een risicoklasse, afhankelijk van de hoeveelheid gerangeerde gevaarlijke stoffen in combinatie met de geografische ligging. Ook zijn zes emplacementen met gevaarlijke stoffen aangewezen om een bedrijfsbrandweer te hebben.
Jan-Kees Kallemein belichtte in zijn workshop het testen en certificeren van stationaire blusinstallaties. In deze workshop werd toegelicht hoe inspectieschema’s tot stand komen, welke spelers daarbij zijn betrokken en welke schema’s gebruikt zouden moeten worden. In de workshop is getracht inzicht te verschaffen in de situatie dat er weliswaar een goedgekeurd inspectiecertificaat kan liggen, terwijl de overheid nog steeds aanvullende vragen kan stellen. Met name voor bouwkundige en organisatorische maatregelen voor het borgen van de veiligheid, in relatie tot de te inspecteren installatie.
In de workshop ‘adviseren en besluiten in onzekere situaties’ ging Nancy Oberijé van Oostkracht 10 in op hoe mensen besluiten nemen; op basis van feiten of op basis van (onderbuik)gevoel. En hoe adviseer je als onderzoek of casuïstiek ontbreekt (zoals in de energietransitie)? Tips van bestuurders die op basis van adviezen een knoop moeten doorhakken kwamen ook langs:
- Maak een onzekerheids- en koste/batenanalyse en zet dit af tegen soortgelijke casussen
- Kom met een integraal (multi)advies
- Zorg voor goed bestuurlijk contact, zodat (aan de voorkant) helder is wat een bestuurder wil. In de praktijk zo gemakkelijk nog niet, want adviseurs spreken geen bestuurders.
Lees ook
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is de koppeling met de ARIE-regeling helemaal losgelaten.
Het Meerjarenplan 2024-2027 van het LEC Industriële Veiligheid is voltooid en de eerste thema’s staan al op de agenda voor uitvoering.
De eerste ervaringen met het leerblok over de NFPA-standaarden (NFPA = National Fire Protection Associaton) zijn positief.
Deze maand verschijnt het tweede deel van het LBR-boekje: een handreiking voor toepassing van de techniek- en systeemroute LBR (Landelijke Benadering Risicobedrijven) voor de Seveso-inspecteurs van de veiligheidsregio’s.
De nieuwe handreiking leidt specialisten stap voor stap door het adviesproces bij vergunningtrajecten rond milieubelastende activiteiten. Met de komst van de Omgevingswet is dat adviesproces op een nieuwe leest geschoeid.
Tijdens een Europees seminar over rampbestrijdingsplannen trad Jan Meinster namens het LEC Industriële Veiligheid op als gastspreker.
Het ‘live’ testen van stationaire brandblussystemen in hun bedrijfsomgeving is belangrijk om aan te tonen dat die systemen effectief en betrouwbaar zijn voor het bestrijden van de brandscenario’s waarvoor ze zijn bedoeld.
De netwerkdag van het LEC IV op 14 maart jl. was ‘anders dan anders’. In plaats van de Brauerszaal van het NIPV was het voormalige klooster Mariënhof aan de rand van de historische binnenstad van Amersfoort de plaats van samenkomst voor de halfjaarlijkse bijeenkomst van de specialisten industriële veiligheid.
Met de omzetting van de PGS-reeks naar PGS’en ‘Nieuwe Stijl’, die enkele jaren geleden is gestart, is voor deze serie richtlijnen ook het digitale tijdperk begonnen. De nieuwe risico- en scenariogestuurde werkwijze met ‘doorklikfuncties’ werkt immers alleen in een digitale omgeving.