Bevoegdheden van burgemeesters en voorzitters veiligheidsregio’s bij (dreigende) digitale incidenten onderzocht
16 januari 2023
Wat kunnen (en mogen) burgemeesters en voorzitters veiligheidsregio’s bij digitale incidenten van het Rijk verwachten en andersom?
Het Veiligheidsberaad heeft het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) verzocht een verkenning uit te voeren naar bestuurlijke bevoegdheden bij (dreigende) digitale incidenten. Daarbij gaat het om juridische bevoegdheden en andere interventies van burgemeesters en/of voorzitters van veiligheidsregio’s.
Digitale ontwrichting als crisisscenario
De digitalisering van de samenleving blijft één van de grote ontwikkelingen van deze tijd. Technologische ontwikkelingen volgen elkaar in een onverminderd tempo op. Dit brengt vele kansen voor de samenleving met zich mee. Maar zorgt, vanwege onze toenemende afhankelijkheid van digitale systemen, ook voor kwetsbaarheden. De vervlechting van digitale systemen en maatschappelijke processen zorgt ervoor, dat we als samenleving rekening moeten houden met digitale ontwrichting als crisisscenario.
Wat zijn de bevoegdheden van burgemeesters en/of voorzitters veiligheidsregio’s bij (dreigende) cyberincidenten?
Burgemeesters en/of voorzitters veiligheidsregio’s hebben géén specifieke bevoegdheden waarmee zij bij cyberincidenten in kunnen grijpen. Wel staan hen, zo blijkt uit deze studie, in de ‘koude/ lauwe fase’ andere interventies ter beschikking op het gebied van cyberwaakzaamheid en cyberweerbaarheid. Denk hierbij aan interventies op het gebied van vergunningen, risicodialoog en stakeholdermobilisatie. Deze interventies bieden burgemeesters (vanuit hun rol als bestuurder, aanjager en bemiddelaar) aangrijpingspunten voor het bevorderen van cyberwaakzaamheid en -weerbaarheid. Deze interventies worden in praktijk niet of nauwelijks gebruikt.
Net zoals in de ‘koude/lauwe fase van een (dreigende) crisis’, beschikt een burgemeester en/of voorzitter veiligheidsregio’s in de ‘warme fase’ over reguliere bevoegdheden ten aanzien van openbare orde en veiligheid. Een burgemeester en/of voorzitter veiligheidsregio beschikt niet over specifieke bevoegdheden die hij/zij kan inzetten bij digitale incidenten. Net als bij andere bovenregionale crises spelen er bij digitale incidenten, waarbij meerdere regio’s betrokken zijn, wel een aantal terugkerende vragen en onduidelijkheden. Onder meer op het gebied van informatievoorziening, bestuurlijke afstemming en wederzijdse verwachtingen: wat kan (en mag) een burgemeester/voorzitter veiligheidsregio bij digitale incidenten van het Rijk (NCTV, NCSC) verwachten en andersom?
Lees ook
Leest u wel eens een onderzoeksrapport van het NIPV? En wat doet u er dan mee? Kunt u de bevindingen toepassen, en doet u dat ook? Lees de nieuwste blog van lector Ricardo Weewer.
Het onderwijs voor brandweer- en crisisprofessionals moet klaar zijn voor de toekomst. Met die boodschap is het onderwijsjaar 2024-2025 van het NIPV officieel geopend.
Kwaliteitscontrole aan het einde van eerste-levenstoepassingen kan deze risico’s deels borgen.
Het NIPV en Universiteit Twente stellen bijzondere leerstoel in: ‘Veiligheidsaspecten van Energietransitie in de Gebouwde Omgeving’.
Een 8-tal collega’s, van verschillende organisaties, bracht vorige week een werkbezoek aan Roemenië. In enkele dagen gaven de staatssecretaris van Binnenlandse zaken en zijn collega’s een waardevol inzicht in de crisisorganisatie van het land.
Erik Schrijvers start per 1 september 2024 als lector Crisisbeheersing bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV).
Uit onderzoek van het NIPV blijkt dat voor brandcompartimenten groter dan 2500 m² extra maatregelen mogelijk zijn om de brandveiligheid van de opslag van lithium-ion batterijen op niveau te houden.
Dit onderzoek laat zien welke interventies kunnen worden uitgevoerd bij een zero-emissie busincident per fase van incidentbestrijding: alarmeren, herkennen, verkennen, stabiliseren, bestrijden en nazorg.
Op 31 december 2023 telde de Nederlandse brandweer in totaal 22.383 personen in repressieve dienst. Hiervan heeft 80 procent een vrijwillig dienstverband en is 14 procent beroeps. Dat en meer blijkt uit de gegevens over repressief brandweerpersoneel die het NIPV publiceert.