‘Zijn hier draaiboeken voor? Nee? Goed. Dan weet ik wat ik moet doen’

Pieter Broertjes, oud-burgemeester van Hilversum, vertelt over zijn rol als burgervader na de ramp met de MH17 in de zomer van 2014. “Op het eind van een bloedhete dag ben ik op weg naar huis, lopend, heb net op een terras een biertje gedronken, als mijn moeder belt: ‘Heb je het al gehoord? Er is een vliegtuig neergestort dat van Schiphol is vertrokken.'”

Op 17 juli 2014 is Pieter Broertjes drie jaar en 17 dagen burgemeester van Hilversum. Na vijftien jaar hoofdredacteurschap van de Volkskrant maakte hij deze opmerkelijke overstap. “Ik ben een zij-instromer,” zegt Broertjes over het ambt dat hij na zijn hoofdredacteurschap aanvaardde. En deze zij-instromer krijgt halverwege zijn eerste termijn als burgemeester te maken met een ramp van ongekende omvang. De MH17 van Malaysian Airlines, vertrokken vanaf Schiphol, stort neer in een zonnebloemenveld bij het Oost-Oekraïense dorp Hrabove. Er zijn geen overlevenden.

Onder de 298 slachtoffers bevinden zich 196 Nederlanders, onder wie 13 inwoners en twee ex-inwoners van Hilversum, relatief het grootste aantal slachtoffers in één gemeente. “Hilversum is een stad met dorpse intimiteit en een dorp met stadse problemen. Iedereen kende wel een van de slachtoffers. Thuisgekomen belde ik met mijn ambtenaar Veiligheid. Hij zei me dat er in ieder geval één gezin uit Hilversum in dat vliegtuig zat. ‘Zijn hier draaiboeken voor?’, vroeg ik hem. ‘Nee? Goed. Dan weet ik wat ik moet doen.’”

Een weekend later krijgt Broertjes een telefoontje van het ministerie van Defensie met de mededeling dat ze de in Hilversum gelegen Van Oudheusdenkazerne willen gebruiken om de resten van de slachtoffers te onderzoeken. “Op dat moment besef je niet wat het betekent als er vanaf vliegveld Eindhoven in kolonne naar die kazerne wordt gereden. En niet één keer, twaalf keer. We werden het epicentrum van een internationale ramp. Er stonden in mijn gemeente drie huizen leeg van gezinnen die nooit meer zouden thuiskomen. Het verdriet was te groot. Te massaal. Dit was buiten proportie.”

Eén overheid, één aanspreekpunt, nooit worden doorverbonden

“Ernaartoe,” zo vat Broertjes de Hilversumse aanpak samen. “Dat was het eerste wat ik dacht, toen in de uren na de ramp bleek met hoeveel slachtoffers we te maken hadden. Dat is natuurlijk mijn verslaggeversintuïtie. Als je je verhaal wilt schrijven, moet je er geweest zijn, anders weet je niet hoe het eruitziet. Daardoor wist ik niet alleen snel wat er aan de hand was, maar kon ik ook doorvoelen welk leed deze ramp veroorzaakte. Ik was direct zelf in contact met de nabestaanden. Daarbij kwam dat het midden in de zomervakantie gebeurde. Ik was er met een handvol wethouders en ambtenaren, de rest was met vakantie. Dus de lijnen waren kort en we namen zelf de coördinatie in handen. Want dat had ik wel geleerd in mijn eerste drie jaar als burgemeester: als je zelf niet de coördinatie neemt, dan gebeurt het ver weg en heb je er geen zicht meer op. Dan heb je geen toegang. Wat we zelf konden doen, deden we zelf. We hebben direct familieregisseurs aangesteld. Een familieregisseur is een ambtenaar die door een nabestaandenfamilie altijd gebeld kan worden. Eén overheid, één aanspreekpunt en nooit worden doorverbonden. Dat heeft heel zegenrijk gewerkt. Vraag maar aan de nabestaanden.”

Broertjes kreeg al snel met alle nabestaanden persoonlijk contact, zo vertelt hij. “Alleen Thomas Schansman had ik nog niet gesproken en dat beviel me niet. Thomas was in Jakarta met vakantie toen de MH17 van Schiphol vertrok. Zijn achttienjarige zoon zou zich na zijn eindexamen bij hem aansluiten. Maar die kwam nooit aan. Rampzalig. Op de dag van de eerste aankomst van slachtoffers in de Van Oudheusdenkazerne heb ik Thomas opgezocht. Ik zag dat hij helemaal vastzat in zijn verdriet. Toen vroeg ik hem mee te gaan naar de aankomst van de auto’s uit Eindhoven. Dat deed hij. Alle nabestaanden waren er. Spontaan. Hij zag het verdriet van iedereen. Daar werd zijn verdriet niet minder om, maar hij zag wel dat hij niet de enige was. ‘Burgemeester, dit doen we alle keren dat ze komen.’ We zijn alle keren geweest. Ambtenaren, wethouders, bestuurders, raadsleden. We stonden er.”

“Burgemeester, dit doen we alle keren dat ze komen.”

Thomas Schansman, verloor zijn zoon bij de MH17-ramp

Consequent beschikbaar zijn

“En als ik mensen nu nog vraag waarom ze positief terugkijken op ‘de Hilversumse aanpak’, als ik het zo mag noemen, dan is dat onze langdurige betrokkenheid. Dus niet even langskomen, maar de volgende dag er weer zijn. En de dag erop weer. Mijn vrouw is ook met mij naar alle begrafenissen gegaan van die 15 slachtoffers. En tot op de dag van vandaag gaan we bij de nabestaanden langs. Die persoonlijke betrokkenheid is de sleutel voor onze aanpak, waar ik het gezicht van werd. Maar dat deden we wel samen. Wethouders hebben me enorm geholpen.”

Volgens Broertjes was zijn belangrijkste taak als burgemeester dan ook beschikbaar zijn. “Als je consequent beschikbaar bent – en daar is niet veel moeite voor nodig bij zo’n enorme ramp – kom je een heel eind. Al ga je soms ook in de fout. In het begin wilde ik het verdriet verzachten door ‘te doen’. Ik zat niet lang na de ramp bij een familie te vertellen wat we allemaal gingen doen, ik wilde maar oplossen. En toen sprak de zus van een slachtoffer de historische woorden: ‘Meneer Broertjes, u moet niet denken dat als u weer wat verzonnen hebt, dat ik dan weer een zwart jurkje ga aantrekken omdat ik daar bij moet zijn.’ Toen realiseerde ik me dat ik veel te hard ging. Want je kunt niet oplossen. Het leed is al gebeurd. Je moet er zijn. En luisteren. En geen beslissingen nemen zonder dit met de nabestaanden te bespreken. We deden alles in overleg. Gewoon even checken. Als ze het niet wilden, deden we het niet. Dat heeft veel draagvlak opgeleverd. Het is überhaupt een les voor bestuurders in zo’n situatie: check het even. En doe het niet achteraf, want dan krijg je die vervelende escalaties van ‘ze doen maar’.”

Een ontmoetingsplek

Broertjes vertelt over de verdere lessen die hij heeft geleerd in de nasleep van het drama. “Vlak na de ramp belde ik met pastor Jules Dresmé van de Vituskerk in Hilversum. ‘Zullen we de kerk opengooien?’ Dat stond nergens beschreven, maar bleek zo waardevol. Want het is belangrijk dat er een ontmoetingsplek is. Juist kerken kunnen in tijden van crises en rampen zo’n ontmoetingsplek zijn. Een kerk is neutraal, daar kun je naartoe. De kerk is drie maanden lang open geweest voor iedereen die daar behoefte aan had. En zo is de Vituskerk in het hart van de mensen terechtgekomen. Daar hebben we ook de herdenkingsdienst georganiseerd.”

“Dat herdenken doen we nog ieder jaar bij dezelfde pastor Dresmé van de Vituskerk. Die behoefte om verdriet te delen en te herdenken blijft. Lotsverbondenheid. Dat woord komt in me op. Dat is ook gevisualiseerd in het monument dat we twee jaar na de ramp hebben onthuld. Vijftien zonnebloemen, met elkaar verbonden. Zo werd de zonnebloem, ook nationaal, het symbool voor deze ramp.”

Intuïtieve lessen objectiveren

Daarnaast leerde Broertjes dat waarheidsvinding belangrijk is. “Ik weet nog dat ik bij de familie Smallenburg op bezoek kwam. Zij waren de eerste nabestaanden die ik bezocht. Zoon kwijt. Schoondochter kwijt. Drie kleinkinderen kwijt. Het eerste wat grootvader Smallenburg vroeg, was: ‘Burgemeester, wat deed dat vliegtuig boven Oekraïne?’ De onderste steen is nog niet boven. Voor de nabestaanden is waarheidsvinding cruciaal. Daar zitten we nog middenin.”

“Wat we nu intuïtief hebben gedaan, kun je natuurlijk objectiveren. Daar kan het NIPV zeker een rol in spelen. Je kunt lessen trekken uit verschillende aanpakken die er zijn geweest en die het succesvolst zijn gebleken. Bij ons: die familieregisseurs, de kerk als ontmoetingsplek, de korte lijnen, het aanwezig zijn, het structureel gedenken. En het luisteren naar de nabestaanden: waar hebben zij behoefte aan? Ik heb die lessen tijdens corona weer in praktijk gebracht toen ik contact had met horeca-ondernemers tijdens de lockdown. Elke week achter een scherm. Luisteren. Vragen wat ik voor ze kan doen. Ik vertelde wat ik gedaan had, zij vertelden over de problemen die ze tegenkwamen. Het werkt. Daar heb je geen draaiboek voor nodig. De ramp heeft me veel geleerd over de veerkracht van mensen. De saamhorigheid in Hilversum was in die periode ongekend. Dat ontstond gewoon als bijeffect.”

Altijd burgervader gebleven

MH17 heeft ook persoonlijk effect op Broertjes gehad, daar kan hij niet omheen. “Toen ik de eerste jaren van mijn burgemeesterschap weleens ‘burgervader’ werd genoemd, had ik daar altijd moeite mee. Ik ben zelf vader en dat vind ik al moeilijk genoeg. Maar tijdens de nasleep van de ramp veranderde er iets. Zo werd ik uitgenodigd voor een herdenkingswedstrijd bij de voetbalclubs Altius en Olympia uit Hilversum. Twee jeugdteams die allebei spelers hadden verloren, gingen een wedstrijd spelen. Ik zou daar bij zijn. Voor die wedstrijd werd ik door de spelers de kleedkamer in gevraagd. Dus ik ging daar naar binnen, met burgemeestersketting om, niemand anders mocht mee. En daar, in die kleedkamer, vertelden die voetballertjes me over die jongens. Hoe goed één van die jongens kon voetballen. Dat hij zeker bij Ajax terecht zou zijn gekomen. Even later gingen we naar buiten en stonden die jongens in een kring om me heen.”

“Daar kun je je niet op voorbereiden. Dan kun je geen speech voorlezen. Dan reageer je als een vader. Daar ben ik het meest trots op. Dat me het gelukt is burgervader te worden. Daarin heeft de MH17 een heel belangrijke rol gespeeld. Ik moet het nu loslaten, want ik ben sinds kort met pensioen. Ik moet alles loslaten, maar ik laat die mensen niet los. Burgemeester dat ben je op een gegeven moment niet meer, burgervader dat blijf je.”