De noodknop kan bij de hoofdentree van de garage of op een andere strategische plaats geïnstalleerd worden; dit is mede afhankelijk van de lokale situatie. In ieder geval moet duidelijk herkenbaar zijn waar de noodknop zich bevindt. Het advies is om de precieze locatie, uitvoering en herkenbaarheid met de brandweer af te stemmen.
Doel van de noodknop is dat bij calamiteiten de brandweer of andere aanwezigen in één handeling alle laadvoorzieningen stroomloos kunnen schakelen. Bij voorkeur wordt een noodknop gecombineerd met een signalering (een rode lamp, tekstbord of iets dergelijks) die aangeeft dat alle laadvoorzieningen daadwerkelijk stroomloos zijn geschakeld.
Voor de wijze van stroomloos schakelen zijn er diverse mogelijkheden:
- Een systeem waarmee de laadvoorziening automatisch wordt uitgeschakeld door een al aanwezige brandmeldinstallatie.
- Een noodknop die wordt geplaatst bij de hoofdentree of op een andere strategische plaats (uit -of ingang van de garage). Denk bijvoorbeeld aan een neonschakelaar die de brandweer met een haak kan uitschakelen. Geef de noodknop duidelijk herkenbaar aan en stem de precieze locatie, uitvoering en herkenbaarheid af met de brandweer.
Let op: bij een particuliere parkeergarage komt het voor dat de voeding van de laadpalen rechtstreeks vanuit de woningen komt. De mogelijkheid om de laadpalen bij dergelijke afzonderlijke voedingen centraal uit te kunnen schakelen moet in dat geval in het ontwerp van de elektrische voorziening worden meegenomen.
Een alternatief is het aanbrengen van een plattegrond bij de brandweertoegang waarop staat waar de meterkast zich bevindt. Bij meerdere meterkasten gaat het dan om de meterkast waarin de laadpalen zijn aangesloten, en om de meterkast waarin de hoofdschakelaar voor het gehele gebouw zit (voor het geval de andere meterkast niet bereikbaar is). Geef in de meterkast duidelijk herkenbaar aan hoe alle laadpalen/-voorzieningen buiten werking kunnen worden gesteld.