Definitie
Brandweerhuisstijl wordt als volgt gedefinieerd: het totaal aan aangebrachte onderdelen dat in het montagevoorschrift Huisstijl OOV-diensten wordt benoemd, inclusief de branchespecifieke toevoeging aan het montagevoorschrift, op de in deze voorschriften voorgeschreven wijze geproportioneerd en gepositioneerd, op een transportmiddel dat van de brandweerhuisstijl moet worden voorzien.
Primaire striping
Bij brandweerhuisstijl wordt een onderscheid gemaakt in primaire en secundaire striping.
De primaire striping mag uitsluitend worden toegepast op operationele voertuigen van de door de minister aangewezen hulpdiensten zoals vermeld in artikel 7 en 25 van de Wet veiligheidsregio’s en worden ingezet door de Meldkamer Brandweer. De primaire striping mag uitsluitend worden aangebracht op voertuigen die optische en geluidssignalen hebben en mogen gebruiken.
Secundaire striping
De secundaire striping wordt toegepast op voertuigen die voor ondersteunende taken, eventueel in combinatie met een beperkt voorkomende operationele functie. Secundaire striping mag zowel met als zonder de voorzieningen voor optische en geluidssignalen worden toegepast.
Zowel het montagevoorschrift als de officiële striping-tekeningen kunnen worden aangevraagd via het aanvraagformulier.
Geautoriseerde gebruikers
Onder geautoriseerde gebruikers worden verstaan de brandweerorganisaties die genoemd zijn in de Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s:
- De brandweerkorpsen,
als bedoeld in artikel 25 van de Wet veiligheidsregio´s. - De aangewezen bedrijfsbrandweerorganisaties,
als bedoeld in artikel 31 WVR.
Overige organisaties en personen
- De Raad Brandweercommandanten:
- Het samenwerkingsverband Brandweer Nederland onder leiding van de Raad Brandweercommandanten.
- De geüniformeerde brandweermedewerkers van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
- Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)
- De brandweerorganisaties op burgerluchtvaartterreinen als bedoeld in de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen
- De brandweerorganisaties op een militair terrein.
- Overige brandweerorganisaties die naar het oordeel van het betreffende Bestuur van de veiligheidsregio voldoen aan de criteria.
- Bedrijven die brandweermaterieel verhuren. Deze bedrijven dienen schriftelijk toestemming te hebben van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (of een door daardoor gemandateerde organisatie). Deze bedrijven mogen de brandweerhuisstijl alleen gebruiken op materieel dat ter beschikking gesteld wordt aan organisaties die tot de hierboven beschreven doelgroep van de brandweer behoren. In de schriftelijke toestemming worden nadere voorwaarden voor het gebruik opgenomen.
- Organisaties die opgericht zijn om het historisch erfgoed van de brandweer te beschermen. Bij landelijk werkende organisaties wordt de toestemming aan deze organisatie verleend door het Ministerie van Veiligheid en Justitie (of een daardoor gemandateerde organisatie). Bij regionaal werkende organisatie wordt toestemming verleend door het bestuur van de betreffende veiligheidsregio. In de schriftelijke toestemming worden nadere voorwaarden voor het gebruik opgenomen.
Het gebruik van de brandweerhuisstijl is uitsluitend voorbehouden aan de benoemde doelgroep. Overige aanvragen zijn ter beoordeling van NIPV in samenspraak met de Raad van Brandweercommandanten.
Het combineren van diverse huisstijlen op één voertuig, zowel kleuren als teksten en logo’s, is nadrukkelijk niet toegestaan.
Andere varianten
Contact
Heeft u een vraag over striping?
Neem contact met ons op via dit formulier. Uw gegevens worden alleen gebruikt voor correspondentiedoeleinden.
Velden gemarkeerd met * zijn verplicht