Terugblik op netwerkdag LEC Industriële Veiligheid: nieuwe verstoringen en kansen
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, april 2025
Het was een duidelijke en harde boodschap tijdens de netwerkdag van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV) op 13 maart: Nederland dient zich voor te bereiden op wat decennia lang ondenkbaar leek: een oorlogssituatie als gevolg van escalerende geopolitieke conflicten. De samenleving en het stelsel van crisisbeheersing en rampenbestrijding moeten dringend aan de slag met versterking van de weerbaarheid en vergroting van paraatheid en slagkracht. Ook de vitale industrieën en infrastructuur moeten beter worden beschermd tegen hybride dreigingen. Die vitale sectoren zijn het domein waar de thema’s weerbaarheid en industriële veiligheid elkaar raken.

Dagvoorzitter Ron Bouwman leidde het centrale thema van de dag in, na eerst een doorkijkje te hebben gegeven naar de projecten en activiteiten waar het LEC IV momenteel aan werkt of die binnenkort worden opgestart. Het Handboek stationaire en mobiele blusinstallaties wordt herzien, er wordt gewerkt aan een training en een e-learning module gedragsbeïnvloeding, samen met Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en er staan een aantal opleidingen en cursussen op stapel.
Dan het thema weerbaarheid, een vraagstuk waarmee ook het LEC en het netwerk IV aan de slag moeten, stelt Ron Bouwman vast. “Want er gebeurt nogal wat in de wereld, qua geopolitieke dreigingen en die kunnen ook gevolgen hebben voor ons domein. Met gerichte acties van drones of vliegtuigen op opslagtanks of chemische installaties bijvoorbeeld, hebben we tot dusver in ons industriële veiligheidsbeleid geen rekening gehouden.”
De visie van Defensie
Over wát er allemaal op ons af komt, sprak Luitenant-kolonel Fred van Kooten, hoofd sectie inzet van de Luchtmobiele Brigade. De visie van een defensiespecialist die niet bepaald vrolijk stemde. “Want de wereld om ons heen verandert in snel tempo, geopolitieke dreiging is een steeds prominenter thema in het nieuws en onze samenleving is nog onvoldoende weerbaar. De harde les die we nu met zijn allen leren: veiligheid is niet meer vanzelfsprekend.”

Van Kooten schetst een beeld van een instabiele wereld, met twee grote geopolitieke spelers, Rusland en China, die economisch en militair steeds agressiever worden, terwijl de wereld al een potpourri van brandhaarden en conflicten is. Daar komt bij dat defensie qua capaciteit en slagkracht enorm heeft ingeleverd als gevolg van decennialange bezuinigingen. Én dat defensie bij een daadwerkelijke escalatie van een grootschalig conflict waarbij de NAVO betrokken raakt geen capaciteit meer heeft om de civiele crisisbeheersing te ondersteunen. Die optelsom maakt duidelijk wat de BV Nederland te doen staat: versterking van de militaire paraatheid, met het ministerie van defensie in de lead en vergroting van de maatschappelijke weerbaarheid en crisispreparatie onder de vlag van de NCTV en de veiligheidsregio’s.
Havens en industrie
De thematiek van geopolitieke en hybride dreiging en het vakgebied industriële veiligheid komen samen in de grote haven- en industrieclusters: Rotterdam, Vlissingen en de Eemshaven. Van Kooten legt uit dat deze havengebieden vitale hubs zijn voor internationale verplaatsingen van troepen en materieel als de NAVO daadwerkelijk op grote schaal ‘aan de bak moet’. Tegelijk zijn die gebieden ook motoren voor de Nederlandse economie en vitale schakels voor heel veel processen, waaronder de brandstof- en energievoorziening. De conclusie: de Nederlandse haven- en industriegebieden zijn van vitaal belang, maar ook kwetsbaar en defensie heeft in Nederland niet voldoende capaciteit (reservisten) om alle vitale objecten en gebieden te beschermen, dus moeten prioriteiten worden gesteld. Door defensie, maar ook door de veiligheidsregio’s en de andere netwerkpartners in veiligheid. Volgens Ron Bouwman wordt het tijd dat het LEC IV ook hier een regisserende rol pakt om aan de voorkant de weerbaarheid en preparatie van de industrie te versterken.”
Trainees aan het woord
Na de defensiebijdrage volgde een wat luchtiger intermezzo, met een presentatie van de trainees omgevingsveiligheid. De jonge generatie werkte zelf mee aan de voorbereiding van de netwerkdag en trainees Kelly Tromp en Shelley Heskes gaven de deelnemers een inkijkje in wie de trainees zijn en wat ze binnen de deelnemende veiligheidsregio’s doen. Zo kregen alle trainees een ‘gezicht’. Dankzij de contacten die de trainees hebben met elkaar en met andere collega’s in het netwerk IV/OV, zijn zij al flink in de weer met het opbouwen van hun netwerk. Via een online quiz toetsten de trainees aan de hand van vragen of de deelnemers bij hun verhaal goed hadden opgelet.

Rondje langs de regio’s
Brabant
In het traditionele ‘Rondje langs de regio’s’ signaleert Dina van der Aart in Brabant een forse groei in het transportvolume van gevaarlijke stoffen, zowel over het spoor als over de weg. Reden om met de industrie in gesprek te gaan over het veiliger maken van vervoer. Een ander thema dat Dina aansnijdt is dat bij een grote containerterminal in de regio een ton aan dwangsommen is opgelegd wegens overtredingen. Achterliggende reden is dat het bedrijf in Amerikaanse handen is, waar de veiligheidsregelgeving anders is dan in Nederland. Dat het bedrijf al enkele keren van Amerikaanse eigenaar is veranderd, maakt de relatie met de terminal lastig en is een belemmering bij de advisering.
Noord-Nederland
Hans Foekens bespreekt de situatie in Noord-Nederland, in het bijzonder Groningen. Omdat een aantal Seveso-bedrijven in die regio tijdens de inspecties al drie jaar op rij goed presteert, is besloten die bedrijven minder frequent te bezoeken en de IV-inspecties meer te concentreren op de categorie net-niet Seveso-bedrijven. Conclusies: in die bedrijvencategorie zijn nog wel wat dingen mis, zoals het ontbreken van degelijke bluswatervoorziening. “We hebben nog niet alle risico’s van die categorie goed in beeld”, concludeert Foekens. Verder heeft Veiligheidsregio Groningen structureel flink wat werk aan de grote ambities van Groningen Seaports (Eemshaven-Delfzijl) om uit te groeien tot majeure energie-hub, met opslag van LNG, groene stroom en waterstof.
Zuidwest
Edith van der Reijden bericht over de actuele dossiers in ‘Zuidwest’. De vijf regio’s in Zuid-Holland en Zeeland werken vergaand samen bij de uitvoering van Seveso-inspecties en willen die samenwerking uitbreiden naar de advisering. Verder stemt het hoopvol dat Zeeland in de afgelopen tijd vier nieuwe medewerkers op IV heeft kunnen werven, inclusief één trainee. En capaciteit zal in Zuidwest de komende jaren hard nodig zijn, stelt Van der Reijden. Want de energie- en grondstoffentransitie gaan veel tijd en energie vragen van de veiligheidsregio’s. Daarom start dit jaar een onderzoek samen met Berenschot naar de effecten van de industriële energietransitie en de vraag hoeveel personele capaciteit nodig is om die ontwikkelingen te kunnen bijbenen. Ook wordt gewerkt aan een opleidingsplan en concrete handreikingen.

Oost
Anton Slofstra staat, naast de IV-ontwikkelingen in ‘de Gelderlanden’ en Overijssel stil bij de ‘brandenmarathon’ die Arnhem op 5 en 6 maart trof. De eerste brand verwoestte een meubelzaak en garagebedrijf op het industriepark Kleefse Waard, een nacht later ging een deel van de historische binnenstad van Arnhem in vlammen op. De twee enorme branden op rij vroegen het uiterste van de veiligheidsregio qua operationele respons, waarbij de brandweer de grenzen van haar capaciteiten in zicht zag komen. Bij de eerste brand was er ook een link naar industriële veiligheid: Een brandstofterminal van Shell, direct achter de brandende gebouwen op industriepark Kleefse Waard, moest voor het eerst in 40 jaar zijn calamiteitenorganisatie optuigen. De branden leverden volgens Slofstra nog een belangrijke les op, namelijk dat in het IV-veiligheidsbeleid ook rekening moet worden gehouden met ‘opzet’ als bron van calamiteiten. Dat is nu nog niet het geval.
Limburg
In Limburg meldt Hubert Klerkx dat recent in Limburg-Noord voor ruim 100.000 euro aan dwangsommen is geïnd bij verschillende bedrijven, wegens geconstateerde gebreken. Met name op het gebied van stoffenlijsten blijkt het een en ander mis. Hierin ziet hij ook een trend bij andere bedrijven. Ook is er volgens Klerkx discussie over ‘koepelvergunningen’, nadat er bij enkele handhavingskwesties op het omvangrijke chemiepark Chemelot onduidelijkheid was over de vraag of de centrale vergunninghouder verantwoordelijk was voor de overtredingen of de betrokken individuele bedrijven. Die discussie legt in zijn ogen ‘een bom onder het fenomeen koepelvergunning’. Zonder koepelvergunning zou de werklast voor de Omgevingsdienst enorm toenemen.
Noordwest
Vanuit samenwerkingsregio Noordwest meldt Marjolein Zandvliet vergaande samenwerkingsinitiatieven tussen de gezamenlijke brandweer GBA in het Westelijk havengebied en de Gezamenlijke Brandweer in Rotterdam, voor de industriële incidentbestrijding. Komende zomer wordt de intentieverklaring voor die samenwerking verwacht. Goede berichten over de intensieve samenwerking tussen de omgevingsdiensten en de afdelingen IV in Noordwest, waar tijdens IV-inspecties wel een zorgelijke trend wordt geconstateerd inzake de veiligheidscultuur bij bedrijven.
Middagprogramma met workshops
In het middagprogramma waren er vier workshops. In die daarvan werd het centrale thema van de dag, ‘weerbaarheid’, verder uitgediept. Peter Bareman van belangenkoepel VNCI en Merel Huurdeman, hoofd security van Shell Benelux en Frankrijk, vertelden over de uitdagingen die de toenemende ‘hybride dreigingen’ in een steeds onrustiger wordende wereld opleveren voor de industrie. Bedrijven hebben te maken met risico’s van sabotage, maar kampen ook met activisme. Een belangrijke boodschap van de workshop: in hun weerbaarheidsaanpak moeten bedrijven niet alleen alert zijn op externe veiligheidsrisico’s als gevolg van sabotage en aanslagen, maar ook op hun vitale rol in een weerbare en onafhankelijke Nederlandse industrie. VNCI heeft op basis van de ‘Responsible Care Security Code’ van de EU een reeks handreikingen opgesteld voor risico- en impactanalyse.
Huurdeman roept op tot het nog intensiever delen van informatie over risico’s en dreigingen in de voorfase. Voor Shell zijn zowel activisme als sabotage door statelijke actoren speerpunten in het safety- en securitybeleid. Belangrijk voor een goede respons op alle typen dreigingen is dat ‘de basis van de security en safety op orde is’.

Maatschappijbrede opgave
Directeur NIPV, IJle Stelstra, breekt in zijn workshop over maatschappelijke weerbaarheid een lans voor een ‘whole of society-approach’: een weerbaar Nederland is gebaat bij een krachtige gezamenlijke inspanning van overheid, industrie en andere maatschappelijke spelers. Het programma voor versterking van weerbaarheid in Nederland, onder leiding van Paul Gelton, is tweeënhalf jaar geleden al begonnen, maar Stelstra merkt dat de urgentie kennelijk nog niet maatschappijbreed wordt gevoeld. Tijd voor actie, want de dreigingen nemen snel toe en de maatschappij is kwetsbaar, als gevolg van mogelijke cascade-effecten in de keten energie-transport-logistiek-dienstverlening.

Om het belang van een weerbare industrie en logistiek te duiden, wijst Stelstra op de Eemshaven in Groningen: niet minder dan 33 procent van de fossiele en niet-fossiele energievoorziening in Nederland is afhankelijk van dat noordelijke haven-energiecluster. De industrie en ook andere niet-traditionele partners moeten door de veiligheidsregio’s nadrukkelijker bij de uitvoering van weerbaarheidsprogramma’s worden betrokken, is de oproep van Stelstra.
Als niets meer werkt
In hun workshop getiteld ‘Als niets meer werkt’, wijzen Rob van Hoof van Enexis en Daan Kerkhof van Tennet op de uitdagingen voor bedrijven in situaties waarin al hun vitale bedrijfsprocessen het 72 uur laten afweten. Zij benoemen bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid voor goede personeelszorg als medewerkers op bedrijfsterreinen moeten ‘schuilen’ omdat ze als gevolg van dreiging of stil liggend vervoer niet meer kunnen reizen. Hebben bedrijven daarvoor wel opvanggelegenheid met voorzieningen? En ook belangrijk: verifieer systematisch of alle voor een bedrijf noodzakelijke noodvoorzieningen wel voortdurend up to date zijn. Wordt bijvoorbeeld een aanwezige noodstroomvoorziening wel daadwerkelijk periodiek getest? Met andere woorden: laat je als bedrijf niet verrassen, maar bewaak de paraatheid en bescherming tegen verstoringen continu!
Met de gedeelde kennis, lessen en ervaringen, kunnen de deelnemers aan de netwerkdag aan de slag met dit belangrijke thema dat overheid en bedrijfsleven verbindt en dat de komende jaren actueel zal blijven.
Voor de agenda
De volgende netwerkdag is op donderdag 13 november.