Peter Schut: “Elk incident is een andere ‘cake’”
18 juni 2025
Een week je diploma van de leergang HOvD op zak en dan de vuurdoop: de grote natuurbrand in Ede die uiteindelijk 65 hectare Ginkelse heide veranderde in een zwartgeblakerd veld. Peter Schut, taakcommandant Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) vertelt over zijn ervaringen van 3 april 2025.

Schut was al circa dertig jaar vrijwilliger bij de brandweer. Vier jaar geleden werd het zijn beroep. Sinds een jaar is hij teammanager advies en ondersteuning bij de afdeling Brandweerzorg van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM). “Mijn team bestaat uit een mix van gepassioneerde vakspecialisten. Eenlingen die gespecialiseerd zijn in bepaalde materie, van mentale gezondheid tot waterongevallen en van (natuur)branden tot arbo, zeg maar een beetje het consultancyteam binnen de brandweer.”
Eerste grote brand als taakcommandant
Schut volgde ooit als vrijwilliger de leergang OvD en vier jaar geleden de opleiding AGS-veld en wilde op termijn wellicht de HOvD-leergang doen. Maar die kwam sneller dan gepland. En zo kwam het dat Schut begin april, met net een week zijn NIPV-diploma van de HOvD-leergang op zak, voor zijn eerste grote brand als taakcommandant kwam te staan. “Toen de alarmering binnenkwam zei mijn begeleider Wim Verboom:” draai jij hem maar. Maar als het je over de schoenen dreigt te lopen, moet je me waarschuwen.” waarop ik antwoordde: “als je ziet dat ik iets doe wat niet OK is, dan moet je ingrijpen.” Waarop we aan de slag gingen.”

Razendsnel opschalen
De alarmering kwam rond 14.30 uur op donderdag 3 april binnen, rond 15.00 uur waren wij ter plaatse. “Het vuur verspreidde zich razendsnel. De brand groeide en groeide. Dus we moesten razendsnel opschalen. Binnen het uur had ik 10 pelotons natuurbrand laten alarmeren inclusief alle ondersteunende eenheden. Het eerste uur tot anderhalf uur was de zogenoemde chaos-fase. Dat was zo dynamisch, het ging zo hard en met zoveel impact. Wim en ik stonden samen in het veld, maar we besloten: daar moeten we nu uit. Naar een andere locatie. Dus gingen we naar een restaurant, vroegen een tafel en een fles water en vandaaruit zijn we structuur gaan aanbrengen. Dat was het schakelpunt in het incident. Zo kregen we grip op het incident en liepen we er langzaam op vooruit. Rond 18.00 uur hebben we de directeur brandweer Anton Slofstra geïnformeerd dat we de brand in de tang hadden”, vertelt Schut.
Stuiteren van adrenaline
Om middernacht werden Schut en Verboom afgelost tot de volgende ochtend 7.00 uur. “Ik kwam rond 1.00 uur thuis, maar ik lag te stuiteren in mijn bed van de adrenaline en alle impact, dus om 5.30 uur ben ik maar weer opgestaan, dan maar even een nachtje zonder slaap”, lacht Schut.
Op het hoogtepunt van de brand waren er alleen al 500 operationele brandweermannen ingezet, los van alle andere ondersteunende diensten zoals techniek, logistiek, verzorging (eten en drinken voor 500 man) en de collega’s in het ROT en GBT niet te vergeten. Bij de brand zijn verschillende specialismen ingezet waaronder een drone-team, de handcrews, de landelijk adviseur natuurbrand, het landelijk actiecentrum natuurbrand en defensie met FBO heeft 23 keer met een heli zo’n 8.000 liter water op het vuur gegooid.
Schaarste managen
Schut: “Een natuurbrand is zo ontzettend dynamisch dat het heel snel onveilig kan worden. We hebben goede afspraken met de vijf oostelijke regio’s (Gelderland en Overijssel) en we oefenen veel. Maar door de snelheid hebben we wel bepaalde afspraken niet na kunnen komen. Achteraf zijn er pelotons uit elkaar gehaald, om de schaarste beter te kunnen managen, maar dat is eigenlijk niet iets wat wenselijk is. We kunnen echt leren beter balanceren tussen: heel snel opschalen en de brand snel de baas, en iets langzamer opschalen, maar met meer rust in de organisatie. Want na aanvraag van peloton 5 begon het wel te piepen en te kraken. Dus wat is nodig? Die vraag en daarop acteren, is heel belangrijk.”

Belang van ‘human factors’
“Ik kon continu met Wim sparren, we hadden de taken goed verdeeld waarbij ik de inzet van de brandweer coördineerde, de mono-kant, terwijl Wim de multi-kant voor zijn rekening nam, de actie richting actiecentrum Brandweer (ROT) en als mono vertegenwoordiging in het CoPI. Samen hebben we het gemanaged, we konden fungeren als elkaars vangnet. Dat is ook een les, zo’n vangnet moet je voor jezelf organiseren als het er niet is. Daarnaast zijn de ‘human factors’ essentieel bij zulke grote incidenten. Dat er op tijd aflossing komt, dat je te eten krijgt, soms even een ‘stop en denk na’ inlast, kortom dat je organiseert net wat je nodig hebt.
Al deze zaken komen ook aan bod in de opleiding. Dat is heel fijn te merken, het geeft vertrouwen op het moment dat het ertoe doet. Ik vind de evaluatie, die nu gaande is, ook heel belangrijk. Daarbij helpt het NIPV ons. In onze regio zijn er nu vlak achter elkaar vier grote incidenten geweest en daaruit komen nu 16 of 17 deelonderzoeken voort. Allemaal om ons als brandweer nog beter te kunnen voorbereiden op incidenten. Ik zie het zo: elk incident is een andere cake. Elke keer weer moet je als brandweer het goede recept vinden met de ingrediënten die je krijgt aangereikt – bijvoorbeeld kennis, opleiding, oefeningen en ervaringen. Dat is de uitdaging.”