Netwerkdag LEC Industriële Veiligheid 14 november: uitdagingen in het transitietijdperk
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, november 2024
De wereld is in de greep van transities en die beïnvloeden ook de industrie en het veiligheidsdomein. Een belangrijk thema voor de veiligheidsregio’s, stelde Ron Bouwman, programmamanager van het LEC Industriële Veiligheid (LEC IV), bij de aftrap van de netwerkdag op 14 november. “Want in ons werk worden we nu al geconfronteerd met nieuwe risico’s en scenario’s, die samenhangen met de energie- en grondstoffentransitie. Die trend zal alleen maar toenemen. Alle reden om tijdens deze netwerkdag stil te staan bij hoe al die transities van invloed zijn op onze praktijk.”
De Brauerszaal van het NIPV was weer goed gevuld met deelnemers aan de tweede netwerkdag van 2024. Met deze keer een aantal bijzondere deelnemers: twaalf van de dertien trainees Omgevingsveiligheid zaten op de tribune. Zij kregen een warm welkom van dagvoorzitter Ron Bouwman.
We mogen de eenentwintigste eeuw gerust een ‘transitietijdperk’ noemen. Want alles verandert. Laurens de Graaf begon de netwerkdag met een les over ingrijpende maatschappelijke veranderingsprocessen. De Graaf is burgemeester van Lopik en was vóór zijn burgemeesterschap onder andere lector ‘Organiseren van verandering in het publieke domein’ aan de Hogeschool Utrecht. Verder is hij ‘ambassadeur veilige energietransitie’ binnen het Algemeen Bestuur van Veiligheidsregio Utrecht en lid van een VNG-commissie die zich bezighoudt met risico’s van de energietransitie.
Bestuurlijke dynamiek
“Er is volop bestuurlijke dynamiek rond de energietransitie”, aldus De Graaf in zijn boeiende betoog. “Het is een uitdaging hoe we bestuurders op lokaal en regionaal niveau qua kennis up-to-date brengen met alle consequenties. Voor bestuurders gaat het daarbij primair om de kernwaarden veiligheid en gezondheid, waar u in de veiligheidsregio’s en in landelijke netwerken ook mee bezig bent. Zo moeten we bijvoorbeeld veiligheidsvraagstukken oplossen rond de verwachte ammoniaktransporten die weer door het land zullen gaan om in de behoefte aan waterstof te voorzien. Het is ook een uitdaging omdat de ontwikkelingen zo snel gaan. We moeten ervoor zorgen dat we in deze belangrijke maatschappelijke ontwikkeling als bestuurders en veiligheidsprofessionals het tempo kunnen bijhouden.”
‘Wicked problem’
De Graaf omschrijft de energietransitie als een ‘wicked problem’, een complex vraagstuk met veel betrokken partijen en sterk uiteenlopende belangen. Hij waarschuwt voor de valkuil dat maatschappelijke partijen, de industrie, maar ook de overheid, proberen de dilemma’s en vraagstukken van ‘wicked problems’ op te lossen met de denk- en werkwijze voor ‘simpele vraagstukken’. Maar dat werkt niet. Voor effectieve oplossingen bij ingewikkelde vraagstukken zullen we ‘out of the box’ moeten denken. Dat vraagt creativiteit en flexibiliteit van beleidsmakers en bestuurders. “Laat ook eens een kunstenaar, psychiater of filosoof meedenken aan het aanpakken van zo’n probleem.”
De Graaf plaatst zijn beschouwingen over de energietransitie in een bredere context van de veranderende relatie tussen de samenleving en de overheid. De grote gezaghebbende overheid uit de tijd van de verzuiling is niet meer en maatschappelijke veranderingen worden tegenwoordig veelal gestuurd in een ‘Rizoom-model’. Energie voor verandering is geconcentreerd in ‘identitaire’ groepen waarin mensen zich herkennen. Kenmerken van die ‘identitaire benadering’ zijn polarisatie en weerstand. Ook werken aan transities betekent werken met weerstand. Maar een vruchtbare en effectieve transitie kan alleen slagen als we niet vechten tegen het oude, maar samen werken aan het nieuwe.
De Graaf sloot zijn presentatie muzikaal af met een trompetsolo. Met ondersteuning van vijf ‘vrijwilligers’ uit de zaal met een kazoo fluitje. Samen demonstreerden zij hoe ‘harmonie’ klinkt. En die harmonie moet ook groeien in het bestuur en het veiligheidsdomein bij het gezamenlijk oplossen van de veiligheidsvraagstukken rond de energietransitie. ‘O what a wonderful world!’
Rondje regio’s: erfenis van de gaswinning
In het rondje langs de regio’s maakte de bijdrage van Johan Braker (Seveso-coördinator Noord) veel indruk. Hij stond stil bij het staken van de gaswinning in Groningen vorig jaar. Een gedenkwaardig moment, maar de gevolgen van de decennialange gasproductie uit het Groninger veld zullen nog tot ver in de toekomst merkbaar zijn. Zo zal de Groningse bodem voorlopig nog zal blijven inklinken, zodat het gevaar voor aardbevingen nog niet is geweken. Een langetermijneffect heeft te maken met het definitief afsluiten van de gaswinputten, door de boorpijpen vol te storten met beton en de putten tot drie meter onder het maaiveld te verwijderen. Onbekend is of die betonprop het tot in lengte van decennia of zelfs eeuwen volhoudt. “Die onzekerheid noopt ons om vanuit het oogpunt van risicobeheersing tot in de verre toekomst zeer zorgvuldig met de ruimte boven en rond de gesloten putten om te gaan en daar geen bebouwing toe te staan. Want als in de toekomst zo’n put toch gas gaat lekken en er is inmiddels een complete woonwijk in dat gebied verschenen, hebben we een immens veiligheidsprobleem.”
Zuidwest
Vanuit Zeeland/Zuid-Holland meldt Frank Blaauw dat met ingang van 2025 de inspecties bij alle 145 Seveso-bedrijven in het werkgebied gezamenlijk zullen worden uitgevoerd door een pool inspecteurs van de vijf regio’s. En in Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) is een project gestart om de gevolgen van de energietransitie voor de organisatie te onderzoeken. Er speelt veel in het Rotterdamse haven- en industriegebied, zoals verschillende aanvragen voor grootschalige ammoniakopslag. De VRR wil vaststellen of de organisatie voor toezicht en handhaving nog wel goed is afgestemd op het veranderend risico- en scenariobeeld als gevolg van de energietransitie in het gebied.
Frank Blaauw.
Ook de aluminium foamdammen kwamen weer langs in de bijdrage van Blaauw. Twee jaar geleden ging daarover een IV-Alert uit, omdat aluminium foamdammen op floating roof-tanks niet zouden voldoen an de NFPA-standaarden en kunnen bezwijken. De tankopslagbedrijven onder de vlag van VOTOB willen met een laatste test nog steeds aantonen dat met de juiste toepassing aluminium foamdammen gelijkwaardig zijn aan staal. Ook de NFPA moet die gelijkwaardigheid volgens Blaauw dan wel accepteren.
Limburg
Vanuit Limburg meldt Iwan Custers dat twee handhavingszaken bij Seveso-bedrijven lopen en dat het grote veiligheidsproject rond Chemelot wordt vervolgd. Naar aanleiding van negen grotere incidenten in 2015 en 2016 zijn de Veiligheidsregio Zuid-Limburg en Chemelot een gezamenlijke aanpak gestart en wordt veel energie gestoken in het verhogen van het veiligheidsniveau in het omvangrijke chemiecluster. Op basis van een gezamenlijke veiligheidsvisie wordt bovendien onderzocht welke extra veiligheidsmaatregelen bovenop het vereiste wettelijk minimum mogelijk zijn. Het eindrapport wordt eind dit jaar verwacht.
Risicogericht werken
In het rondje regio’s schoven drie directeuren van de veiligheidsregio’s aan om de actualiteit in hun regio te bespreken en hun visie op de ontwikkelingen te geven. Jolanda Trijselaar (directeur Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant) benoemt de intentie om de goede samenwerking tussen de drie regio’s op Seveso-gebied verder te verbreden naar andere IV- en milieutaakvelden. En in Midden- en West-Brabant is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden van risicogericht werken. Is het nodig om ieder Seveso-bedrijf jaarlijks te bezoeken? Of kan het met een lagere frequentie bij bedrijven die aantoonbaar goed presteren. Zo wordt de schaarse personele capaciteit van het specialisme IV effectiever ingezet. Trijselaar benoemde ten slotte een project rond een grootschalige batterijopslagvoorzienig, waarbij in nauwe samenwerking met het bedrijf oplossingen zijn ontwikkeld om de veiligheid goed te borgen: een resultaat waar de partijen trots op zijn.
Gezondheidsaspecten
Anton Slofstra bespreekt de lopende zaken in Gelderland en Overijssel, waar risicogericht inspecteren ook een issue is, om de kennis en kunde beter te kunnen concentreren op zorgbedrijven. En ook op de grotere categorie risicorelevante bedrijven overigens, want Slofstra constateert dat zich in die categorie, zoals de autosloop- en recyclingbranche, relatief veel grote branden met grote omgevingseffecten voordoen. Anton vraagt ook aandacht voor het thema ‘gezondheid’, dat in zijn ogen een steeds grotere rol gaat spelen in het IV-domein. Slofstra wijst op de discussies over de lange termijn gezondheidseffecten van industriële activiteiten, zoals rond Chemours in Dordrecht en Tata Steel in IJmuiden. Die lange termijn gezondheidsaspecten zouden in het IV-werk dan ook een grotere rol moeten krijgen.
‘De brandweer adviseert’
Namens ‘Noordwest’ spreekt Tijs van Lieshout (directeur Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland), die vanuit zijn rol als voorzitter van Brandweer Nederland vooral het landelijk perspectief belichtte ten aanzien van de rol van de brandweer in industriële risicobeheersingsvraagstukken. In zijn ogen kunnen we de kennis en het vakmanschap van de specialisten bij de veiligheidsregio’s nog veel beter benutten. Dat past bij de visie op een ‘toekomstvaste brandweer’ en ook op de doorontwikkeling van de veiligheidsregio’s. Welke rol pakt de brandweer in dat veiligheidsbestel als deskundig platform voor veiligheidsadviezen? De visie van Van Lieshout is dat onder het motto ‘De brandweer adviseert’ veiligheidsadviezen voor lastige vraagstukken eenduidiger moeten worden en meer landelijk toepasbaar moeten zijn. “De adviezen van onze branche doen ertoe. Als brandweer zijn we een sterk ‘merk’. Die kracht moeten we nog beter benutten bij het oplossen van ‘wicked problems’ rond omgevingsveiligheid.
Ook de laatste nieuwtjes vanuit het NIPV komen aan de orde in de rondgang. Adviseur Risicomanagement Linda van de Ven meldt dat er veel energie wordt gestoken in het opleiden van nieuwe IV-medewerkers, waar de veiligheidsregio’s zo om zitten te springen. De trainees Omgevingsveiligheid zijn al aan de slag bij de regio’s en er zijn dit jaar twee leerroutes Industriële veiligheid gestart. Voor de bijscholing NFPA dit jaar was veel belangstelling en ook voor volgend jaar staat die speciale bijscholingscursus weer op het programma. In week 45, voor wie interesse heeft.
Workshops
In het middagprogramma werden vijf workshops verzorgd, waar specifieke thema’s werden uitgediept. Deelnemers konden in twee rondes kiezen uit de thema’s: Veilige circulaire economie, Totstandkoming van een PGS, Blusschuimtransitie, Brandveilige klimaatadaptatie en Industriële risico’s naderen de woonomgeving.
Een paar bevindingen in een notendop. De PGS-workshop gaf de deelnemers een beeld van hoe complex de totstandkoming van zo’n document eigenlijk is en hoeveel partijen er iets over hebben te zeggen vóórdat de PGS wordt vastgesteld. In de workshop over klimaatadaptatie ging het om aanpassingen van de woon- en industrieomgeving ter bescherming tegen invloeden van klimaatverandering en extreem weer. Aandachtspunten voor de veiligheidsregio’s zijn de keten- en cascade-effecten van incidenten in het veranderende klimaat, maar ook nieuwe risico’s en scenario’s die worden geïntroduceerd door de bebouwde omgeving aan te passen om de weerbaarheid tegen extreme hitte en wateroverlast te vergroten.
De workshop over blusschuimtransitie zette alle ins en outs van de omschakeling naar fluorvrij schuim nog eens op een rijtje. De uitfasering van fluorhoudend schuim gaat snel en veel fabrikanten zijn al gestopt met de productie. Een aandachtspunt voor (bedrijfs)brandweerorganisaties die volgens de uitzonderingsregeling nog PFAS-houdend schuim mogen blijven gebruiken gedurende een overgangstermijn. Maar kunnen ze het binnenkort nog wel krijgen als de voorraden moeten worden vervangen of bij incidentbestrijding zijn opgebruikt? De regelgeving over de uitfasering van PFAS komt steeds meer op orde. Er zijn al vijf Europese verordeningen rond het thema vastgesteld en de zesde komt eraan. In de workshops werden alle verordeningen, hun termijnen van inwerkingtreding en de consequenties besproken.
In de workshop over circulaire economie en veiligheid benadrukten de inleiders dat een circulaire economie zijn eigen risico’s kent: zoals de verwerking en opslag van producten uit afvalstromen, die zo nieuwe ‘grondstoffen’ worden. De brandveiligheid van opslagvoorzieningen voor herbruikbaar materiaal is een aandachtspunt, dus hoe zit het met brandpreventie en bluswatervoorziening bij die bedrijven? Ook de omschakeling naar duurzame constructie- en isolatiematerialen levert brandrisico’s op, want veel van die duurzame (natuurlijke) materialen zijn brandbaar, dus wordt extra vuurlast aan gebouwen toegevoegd. En hoe duurzaam is een afgebrand gebouw? Tijdens de workshop kwamen ook de transities op energiegebied aan de orde, die elk hun eigen (brand)veiligheidsrisico’s kennen. Zoals waterstof/ammoniak, energiewinning uit zonnepanelen en windmolens, bio-based brandstoffen en de enorme volumegroei in de toepassing van lithium-ion baterijen. De belangrijkste opgave voor de veiligheidsregio’s is: zoek samenwerking met de branche.
De volgende netwerkdag staat gepland voor 13 maart 2025. Reserveer de datum alvast in uw agenda!