‘IV-pensionado’ Ingrid Vaane: “We zijn allemaal schakeltjes in de veiligheidsketen”

Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, september 2025

Na een carrière van 24 jaar in de brandweerwereld, waarvan 18 bij Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond (VRR), afdeling Industriële Veiligheid (IV), mag Ingrid Vaane sinds begin september van haar pensioen genieten. De afgelopen jaren was zij senior adviseur en coördinator advisering. Vaane blikt terug op een boeiende brandweercarrière, in uiteenlopende functies, waarin zij bijdroeg aan veiligheid in de gebouwde omgeving en de industrie.

De start van haar loopbaan lag in een heel ander domein, de chemie. “Ik heb een chemische opleiding gevolgd en heb na mijn studie jarenlang bij diverse laboratoria gewerkt. Na diverse banen als laborant en ook als plaatsvervangend hoofd van een laboratorium, wilde ik iets anders gaan doen, met meer variatie en ook buitenwerk. Die stap zette ik in 2001. In de nasleep van de Vuurwerkramp in Enschede en de Cafébrand bij ’t Hemeltje in Volendam stonden alle gemeenten voor een grote opgave om de advisering en controles rond gebruiksvergunningen en brandveiligheid sterk te intensiveren. Bij brandweerkorpsen en gemeenten waren daarom heel veel preventiefunctionarissen nodig, voor advies en toezicht. Ik zag daar mijn kans en reageerde op een advertentie van de toenmalige Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. Ik ging aan de slag bij de afdeling preventie in Rotterdam-Zuid en heb jarenlang brandveiligheidsadviezen geschreven en controles uitgevoerd in allerlei typen gebouwen.”

Chemie ‘kriebelt’

Maar de chemische achtergrond bleef ‘kriebelen’ en Vaane wilde toch graag weer iets doen in relatie tot chemie en industrie. Dat moment kwam in 2007, toen zij overstapte naar het ‘District Haven’ in Rozenburg. Het was de begintijd van het LEC BrandweerBRZO, waar toen Ron Bouwman in zijn eerste termijn ‘in charge’ was. “Ik maakte deel uit van de try-out van de opleiding Specialist industriële veiligheid en ik vond al snel mijn plek in de IV-wereld. Vanaf 2009 ging ik zelf Brzo-inspecties uitvoeren. Dat vond ik het meest aantrekkelijke deel van mijn werk. Je bent veel buiten en komt bij allerlei bedrijven over de vloer. Ik heb ook tal van bedrijfsbrandweeroefeningen bijgewoond als inspecteur. Heel leerzaam, dan ervaar je of bedrijven hun zaken qua preparatie en incidentbestrijding echt goed voor elkaar hebben.”
Haar chemische achtergrond kwam Vaane in haar werk goed van pas, want zij weet veel over chemische stoffen, hoe ze reageren, welke effecten ze kunnen hebben en welke blusmiddelen effectief zijn. “Die kennis kon ik dankbaar benutten. Eerst vooral bij de inspecties, maar later ook bij advisering, want ook die taak kwam op mijn bordje. Ook boeiend om te doen; dan word je gesprekspartner van het bevoegd gezag en bedrijven en moet je je kennis en overtuigingskracht optimaal inzetten om tot een goed onderbouwd advies te komen waarmee de veiligheid is gediend. Het is soms echt een uitdaging, want gebouwen en installaties in de industrie zitten complex en soms vreemd in elkaar. Saai is het nooit.”

Advisering en inspecties

Na enige jaren als inspecteur nam Vaane ook de rol van coördinator van de Brzo-inspecties voor Zuidwest over en in 2016 maakte zij definitief de overstap naar het Team Advisering. Maar het veldwerk als inspecteur helemaal loslaten wilde zij niet. “Ik stelde als voorwaarde dat ik minimaal vier Brzo-inspecties per jaar wilde blijven uitvoeren, om mijn NIM-certificaat geldig te houden. Want dat mooie werk op locatie bleef mij boeien. Maar op een gegeven moment merk je toch wel dat je een jaartje ouder wordt en dat het veldwerk te veeleisend wordt. Toen ik op een dag na een lange klim puffend op het dak van een grote opslagtank stond, dacht ik: ‘laat nu een jongere collega het maar overnemen’. In 2019 ben ik vervolgens helemaal met de inspecties gestopt.”

Formeler en juridischer

Op de vraag hoe Vaane in haar tijd bij de afdeling IV het vak heeft zien veranderen, stelt zij dat het werk in de loop der jaren formeler en juridischer is geworden. “In mijn beginjaren als inspecteur kon je bij het constateren van onvolkomenheden of gebreken nog wel eens mondelinge afspraken maken met bedrijven over de hersteltermijn en een hercontrole. Er was meer ruimte voor eigen interpretatie en een flexibele aanpak. Maar nu is het toezichtproces volledig dichtgeregeld met protocollen, termijnen en standaardbrieven voor de communicatie met het bedrijf. Dat vind ik wel jammer, maar aan de andere kant zijn ook de bedrijven steeds juridischer en formeler geworden in hun omgang met inspecteurs en het bevoegd gezag. Ik heb regelmatig aan tafel gezeten met een manager of directeur, die dan een jurist naast zich had zitten die botweg aangaf op welke vragen de functionaris wel antwoord mocht geven en op welke niet. Met die formalisering en juridisering had ik wel eens moeite.”

Net als met de veranderende wet- en regelgeving door de komst van de Omgevingswet en de daarmee samenhangende veranderende rol van de veiligheidsregio’s en nieuwe terminologieën. Vaane: “Het was voor mij het juiste moment om te stoppen. Ik merk dat ik lang in de wereld van industriële veiligheid werkzaam ben geweest, want als er in het nieuws items zijn over industrie of gevaarlijke stoffen, volg ik dat nog met aandacht. En laatst werd ik privé benaderd door een verkoper van thuisbatterijen die mij ook zo’n apparaat wilde aansmeren om energie op te slaan. Vanuit mijn vakkennis van de chemie in die batterijen en over de risico’s, ging ik met hem in discussie, in de trant van: ‘moeten we dat wel willen, die batterijen in de woonomgeving in elk huishouden?’ Het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan …”

We kunnen niet zonder elkaar

Vaane zal altijd met één oog naar de industrie blijven kijken, ook als natuurliefhebber. Zij is vrijwilliger voor diverse natuurorganisaties, zoals Natuurmonumenten, Vogelbescherming en Vlinderstichting. Zij verricht inventarisaties van onder andere vogels, vlinders en libellen in het kader van het landelijke Netwerk Ecologische Monitoring om trends in aantallen en verspreiding en biodiversiteit vast te leggen. “Als ik vanuit een natuurgebied zicht heb op industriële installaties in de verte, weet ik wat zich daar afspeelt en dan denk ik: ‘ik heb mijn steentje bijgedragen aan de veiligheid van die industrie. En ik hoop maar dat ze het veilig hóuden’. Wat ik geleerd heb in mijn verschillende functies is dat je, samen met je collega’s van andere afdelingen en disciplines, schakeltjes vormt in een lange keten van mensen die samen zorgen voor de veiligheid in Nederland. Ieder op zijn eigen manier en met zijn eigen kennis en kunde: de mensen van risicobeheersing en repressie, adviseurs en inspecteurs, maar ook het secretariaat of de afdeling ICT. We kunnen niet zonder elkaar.”

Vaane is niet de enige SIV’er die dit jaar en volgende jaren met pensioen gaan. Zij ziet de komende jaren een flink personeelsverloop vanwege de vergrijzing. Daarom tot slot een wijze raad: “Door dat verloop moeten veel nieuwe mensen worden ingewerkt. Mijn advies is om medewerkers voor advisering eerst een tijdje mee te laten lopen met inspecties. Op zo’n manier kunnen zij veel praktijkervaring opdoen. Een beetje vergelijkbaar met het programma van de trainees, die nu bij onze afdeling werkzaam zijn. Die kennis van de praktijk bij industriële bedrijven zal mijns inziens het adviesproces zeker ten goede komen.”