Samenwerken moet je doen

juni 2025

Kortere lijnen en open communiceren in vertrouwen. Dat staat sinds kort aan de basis van samenwerking tussen het brandweeronderwijs van het NIPV en het werkveld. Patrick Sprokkereef, voorzitter van de Vakraad Leren en Ontwikkelen en Coby Flier, directeur onderzoek en onderwijs NIPV blikken samen terug, maar vooral ook vooruit: “We ervaren ruimte om samen te leren”, zegt Sprokkereef. “We hebben de stap naar voren durven zetten”, vindt Flier.

coby flier portretfoto
Coby Flier.

Flier startte drie jaar geleden bij het NIPV. Haar focus lag toen bij onderzoek. “Zijdelings was ik betrokken bij het brandweeronderwijs, maar sinds ruim een jaar heeft dit ook mijn volle aandacht. Omdat ik zelf niet een achtergrond heb in het veld van de brandweer, heb ik mij wel verwonderd over hoe het onderwijs voor en met het veld is georganiseerd. Ik ben iemand die de dingen bij naam noemt, in alle openheid. Dat betekende ook een andere manier van samenwerken met de vakraad. Bijvoorbeeld bij de voucherbrieven. Ik kan zeggen dat hoe het nu loopt, we wederzijds begrip hebben voor de keuze’s die gemaakt worden. De grootste uitdaging is hoe we de schaarste aan mensen en middelen in goed overleg inzetten.  Er is daarover een grotere tevredenheid bij het veld en we kunnen het ook beter uitleggen.”

Afhankelijk van elkaar

Sprokkereef, sinds 1,5 jaar voorzitter van de vakraad: “Klopt, we hebben daar al mooie dingen bereikt. Vooral ook dat we van elkaar afhankelijk zijn. We hebben de ander nodig. Goed samenwerken begint met vertrouwen en een gezamenlijk doel. En hoewel de processen ook kwetsbaar zijn, en we het er in de vakraad ook over hebben dat het complex en uitdagend is, kiezen we er nu voor om het gewoon te doen. Dus zaken vereenvoudigen, resultaten behalen en daarop voorborduren.”  Flier noemt het de verdienste van Sprokkereef  om 25 mensen in 1 raad op dezelfde lijn te krijgen. “Terwijl je niet over hen gaat. Je bent gekozen. Maar door te zorgen voor een goede sfeer wordt er gewerkt aan het hogere doel”, zegt ze. Sprokkereef lacht. “Dank je wel. We doen het met z’n allen.  Openheid helpt. En lef. En die gezamenlijke doelen. Die zijn breder dan alleen de vakraad en het NIPV. Je hebt een aantal mensen nodig die voorop lopen, dan komt er beweging en energie. Er ontstaat een leuke dynamiek, dan volgen meer mensen. Daarbij accepteren we ook dat niet alles goed gaat. Maar dat mag, die ruimte is er. Dat is winst, want in ons beroep mag je geen fouten maken. Maar bij onderwijs en leren is fouten maken juist essentieel.”

Ontwikkelfonds als blauwdruk?


Een ander voorbeeld waar het werkveld en het NIPV elkaar beter vinden, is in de afstemming en besteding van het Ontwikkelfonds. De kritiek was dat in het verleden COVB zelf aan de slag ging met het ontwikkelen van producten waar het werkveld nog geen heldere vraag voor had geformuleerd.  Ook hier lag de reden daarvan vaak in de organisatie van het proces. Sprokkereef: “Een planning moest worden gehaald of het geld moest op. We werken nu met een gedragen planning, en  zijn de producten  beter herkenbaar voor het werkveld.” Flier: “De uitdaging voor ons was dat het werkveld vaak te laat wist wat ze wilde en dan waren wij al begonnen. Ik ben benieuwd, Patrick, zie jij de oplossing zoals we de zaken in het Ontwikkelfonds nu oppakken ook als blauwdruk voor bijvoorbeeld Onderwijs Onderweg?”

Meer eigenaarschap vanuit de regio


“Het ontwikkelen van gremia is geen doel op zich”, antwoordt Sprokkereef. “Het is een middel om dingen voor elkaar te krijgen. Om zaken te veranderen zodat ze beter passen. Daarbij: het ontwikkelen van onderwijs zal altijd blijven. Ik vind dat het werkveld goed is vertegenwoordigd: we kunnen onze vragen goed neerleggen. Waar voorheen wellicht veel focus was op rood – brandweer , is er nu ook steeds meer aandacht voor Risico- en Crisisbeheersing ( brandveiligheid). Het Ontwikkelfonds is goed gedragen binnen de vakraden Leren en Ontwikkelen en Incidentbestrijding, maar we moeten nog stappen zetten naar bijvoorbeeld de Vakraad Risico- en Crisisbeheersing. Los daarvan, COVB werd soms ervaren als een grote toverdoos waar van alles uitkwam. Dat is nu wel veranderd. Er is in de regio meer eigenaarschap, en men ervaart de eigen invloed op de processen. Daar krijg je mensen op aan.”

Gezamenlijke opgave/uitdaging


Flier ervaart ook het eigenaarschap vanuit de regio bij andere grote projecten zoals de implementatie van Canvas en Educator. “Bij de keuze voor een regulier product hadden we bij de implementatie een grote uitdaging. We waren niet georganiseerd als regulier onderwijs, dus heeft dit veel afstemming met het veld gevraagd.  Bij de implementatie hebben we duidelijk de medestand vanuit het werkveld gevoeld. Het was niet alleen de opgave/uitdaging van het COVB, maar een gezamenlijke.” Sprokkereef: “Mooi dat je het noemt, want vanuit de RCDV kregen wij de vraag of we wel werden vertegenwoordigd. Wat natuurlijk wel het geval was. Twee leden hebben dat project goed beetgepakt. Ze voelden de verantwoordelijkheid van alle andere regio’s en hebben ook vanuit die belangen gehandeld.”  Flier: “Wat ik fijn vond, was dat ze niet gingen overvragen, maar keken naar de bandbreedte wat mogelijk was. We hebben goed naar ze geluisterd! Met als resultaat dat deze twee systemen: Canvas en Educator nu geïmplementeerd zijn. Behalve bij de examenplanning, daar zit hebben we nog uitdagingen waar we momenteel nog hard aan werken.” Sprokkereef: “Ik hoor ook positieve geluiden uit het land over hoe we elkaar in dit proces hebben gevonden.”

Volgende stappen in Onderwijs Onderweg


Het programma Onderwijs Onderweg, bedoeld om het onderwijsstelsel toekomstbestendig in te richten, zien beiden als een mooi samenwerkingsproject. Het programma richt zich primair op vakbekwaam worden, maar is onlosmakelijk verbonden met vakbekwaam blijven. “Ik zie het als een tweeling”, zegt Sprokkereef.  In mijn opinie kan onderwijs om vakbekwaam te worden nooit losstaan van vakbekwaam blijven. Ik verwacht in de volgende fase van het project daar echt een stevigere discussie over.” Flier: “Daar kijk ik naar uit. Of we daarbij kiezen voor lego of duplo, dat is me om het even, zolang de blokken maar in elkaars verlengde bruikbaar zijn.”  Sprokkereef: “Ja, de producten moeten dual use zijn. Dus initieel vakbekwaam worden en daarna blijven. Dat laatste is nu nog bewust buiten de scope van het programma gehouden, maar dat is mooi voor de tweede fase: hoe zorgen we ervoor dat we slimmer en een efficiëntere manier van werken ontwikkelen zodat we aantoonbaar vakbekwaam blijven.” Flier vult aan: “Ik zie daarbij ook kansen voor toepassing van AI in het onderwijs, voor zowel het aanleren van de vakbekwaamheid als de blijvende vakbekwaamheid. Dit gaan we zeker oppakken.”  

Lef tonen

De uitdagingen die Sprokkereef in het vervolg ziet:  “Gaan we mensen méér opleiden óf gaan we grenzen stellen en zeggen dat gaan we niet doen?  De basisvraag daaronder is: wat vragen we van de mensen, wat kan als brandweer of crisisbeheerser? Ik denk dat we daar ook lef moeten tonen en een duidelijk antwoord moeten formuleren.” Flier: “Ik heb alle vertrouwen in de weg die we zijn ingeslagen en hoe we nu samenwerken. De vakraad Leren en Ontwikkelen voelt als dichter bij en we zullen elkaar ook de komende tijd hard nodig hebben.”