Optimalisatie van zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen: publicaties geactualiseerd
9 oktober 2024
Bij een incident met een gevaarlijke stof (IGS) bestaat de mogelijkheid dat slachtoffers gecontamineerd raken met deze stof. Dit brengt specifieke aandachtspunten met zich mee voor de hulpverleners. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de risico’s, maar ook beseffen dat deze beperkt zijn. Levensreddende zorg kan, zelfs met beperkte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), altijd doorgaan.
Geactualiseerde leidraden voor hulpverleners
Het is essentieel dat de hulpverlening aan de slachtoffers ter plaatse, de zorg onderweg en de zorg in het ziekenhuis snel, effectief, proportioneel en goed op elkaar afgestemd zijn. Er zijn drie documenten die een bijdrage leveren aan de zorg voor slachtoffers na incidenten met gevaarlijke stoffen, en die nauw aan elkaar gerelateerd zijn. Om deze up-to-date te houden en goed op elkaar af te stemmen, zijn deze documenten onlangs geactualiseerd.
Nieuwe Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen
Het NIPV heeft de ‘Handreiking samenwerking bij slachtofferzorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen‘ opgesteld met een werkgroep van betrokken partijen. Deze nieuwe handreiking vervangt de ‘Handreiking Decontaminatie’ (werkversie 1.1, 2019). In deze handreiking wordt de multidisciplinaire samenwerking in het veld bij hulpverlening aan slachtoffers bij een incident met gevaarlijke stoffen beschreven.
Het document is bestemd voor medewerkers van de brandweer, politie, ambulancezorg, GGD/GHOR, gemeente/bevolkingszorg en meldkamer. Het perspectief van de nieuwe handreiking is wezenlijk anders dan van de oude Handreiking Decontaminatie: van decontaminatie naar optimale zorg voor het slachtoffer (waar decontaminatie onderdeel van kan zijn). Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de deskundigen van de hulpdiensten, te weten de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS), de gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) en de Teamleider CBRN-Explosieven Veiligheid (TEV), en hun officieren van dienst.
Rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd
Het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) van het UMC Utrecht heeft het rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ vernieuwd. In de afgelopen jaren is onder medische hulpverleners de bezorgdheid over hun eigen veiligheid tijdens decontaminatie of behandeling van chemisch gecontamineerde patiënten toegenomen. Deze angst kan leiden tot het uitstellen van levensreddende zorg of tot grootschalige evacuatie en tijdelijke sluiting van een spoedeisende hulp. Dit rapport legt uit dat gecontamineerde patiënten voor hulpverleners een zeer beperkt risico vormen en bespreekt het proportioneel gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het rapport is een verdere uitwerking van een eerder door het NVIC gepubliceerd internationaal artikel over dit onderwerp en richt zich naast ziekenhuispersoneel ook op ambulancezorgprofessionals. Een samenvatting van het rapport is ook beschikbaar in een videopresentatie.
Bekijk het rapport op de website van het UMC
Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen
In 2022 publiceerde het NVIC nieuwe inzichten in de risico’s voor hulpverleners rondom gecontamineerde patiënten. Dit vormde voor het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) de aanleiding voor het opstellen van de Leidraad Acute ziekenhuiszorg (van patiënten) na incidenten met gevaarlijke stoffen. De leidraad beschrijft onder andere een uniforme, proportionele en haalbare werkwijze voor alle medewerkers die betrokken (kunnen) zijn bij de ziekenhuisopvang van slachtoffers van incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS). Daarnaast bevat de leidraad de benodigde faciliteiten, materialen en middelen, de rollen en taken van hulpverleners in het decontaminatieproces en de aanbevolen opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten (OTO). Ten slotte beveelt de leidraad een praktische PBM-set aan die voldoende bescherming biedt, snel kan worden aangetrokken en hulpverleners niet hindert bij het uitvoeren van medische handelingen. De leidraad is tot stand gekomen na consultatie van medewerkers in ziekenhuizen en verschillende relevante externe partijen (zoals toxicologen, GAGS en het NVIC) en is afgestemd met betrokken partijen.