Innovatief experiment: past Augmented Reality (AR) in praktijkoefeningen?
14 februari 2024
Officier van dienst (OvD) Harco van Oorschot maakte al veel oefeningen mee, maar dit keer was het anders: “Een innovatieve praktijkoefening met een Augmented Reality (AR)-bril op: de Apple Vision Pro. Welke voordelen en mogelijkheden heeft AR, en werkt het? Mijn conclusie: het zou wat mij betreft onderdeel van het brandweeronderwijs moeten zijn.”

Je ziet de wereld om je heen met toegevoegde virtuele elementen
AR is een technologie die digitale elementen over de echte wereld heen projecteert via een speciale bril. Je ziet realtime zowel de fysieke omgeving als virtuele elementen. Van Oorschot: “In ons geval bijvoorbeeld een brandweervoertuig en rookontwikkeling die ontstond in een fysiek pand. Ik wist al iets van de mogelijkheden van de AR-brillen, maar had ze nog nooit gebruikt. Aangezien ik ook in het oefenwereldje zit, ik ben naast OvD ook specialist vakbekwaamheid, was ik benieuwd of AR meerwaarde heeft. Daarnaast deed ik drie weken geleden nog een realistisch geënsceneerde OvD-oefening, dus kon ik een mooi bruggetje maken en verschillen zien.”
Geen rook happen en gassen inademen
Een goede praktijkoefening organiseren, brengt veel met zich mee. Je bent afhankelijk van de objecten die aangeboden worden. “Een brandweerauto moet op zo’n oefendag beschikbaar zijn en kost ook een hoop”, licht Van Oorschot toe. “Dan heb je nog de milieuaspecten van een auto die staat te draaien met diesel, en oefenrook of een echt vuurtje om de oefening realistisch te maken. Voor mij is dat maar een klein momentje, maar oefenleiders staan de hele dag rook te happen en gassen in te ademen. Daar kan AR een oplossing in bieden.”

Hoe ‘reality’ is AR?
“De vraag was voor mij wel: hoe ‘reality’ is het beeld dat je krijgt? Nou, tegenover huidige systemen is het innovatieve AR een stuk realistischer. Je staat niet in een grafische wereld maar juist in je eigen fysieke omgeving. Je ziet echte bomen en een echt gebouw. Dat het realistischer lijkt, zie je ook aan de bewegingen van mensen met een AR-bril op. Op een gegeven moment dacht mijn brein dat de virtuele tankautospuit echt was. Ik leunde er tegenaan en viel om, want die auto was er helemaal niet. Heel gek.”
Volledig virtueel (VR) versus combinatie virtueel en fysiek (AR)
“Kijken naar je eigen omgeving met AR, is het grootste positieve voordeel tegenover andere digitale middelen zoals Virtual Reality (VR)”, vindt Van Oorschot. Bij VR zet je ook een bril op, maar is de omgeving die je ziet volledig gesimuleerd in plaats van gedeeltelijk. “Ja, ik denk dat AR een hele goede combinatie is tussen grafische en realistische beelden. Maar VR heeft ook z’n voordelen. Bijvoorbeeld als je als manschap tijdens een praktijkoefening veel handelingen moet doen om je motorische vaardigheden te trainen. Of om in een nieuwe brandweerauto de nieuwe knopjes en pompen te beoefenen, dan is VR goed in te zetten. In een dynamische incident-oefening kan AR weer een betere rol spelen.”

AR voor oefenen van beeldvorming
Beeldvorming, in de beginfase op een afstandje kijken naar de ontwikkeling van een brand, daarvoor is AR volgens Van Oorschot zeker goed te gebruiken. Bijvoorbeeld voor OvD’s, hoofdofficieren van dienst (HOvD’s) en bevelvoerders die moeten inschatten hoe de brand er over een kwartier uitziet, wanneer ze moeten opschalen en wanneer ze een ambulance moeten vragen. “Of in de opleiding van de adviseur gevaarlijke stoffen (AGS), waarin beeldvorming ook een belangrijke rol speelt. Voor dit soort oefeningen werkt AR heel goed vind ik. Maar dan als toevoeging, want ik zeg niet meteen: doe maar al die oefencentra op slot. AR is een innovatie die wat mij betreft onderdeel van het brandweeronderwijs moet zijn en, afhankelijk van het oefendoel, hoop ik dat we AR in de toekomst zeker gaan gebruiken.”