Drijvend Brzo-bedrijf in de Eemshaven: uitdagingen voor advies en toezicht
Nieuws van het LEC Industriële Veiligheid, april 2023
Veiligheidsregio Groningen kijkt terug op een bijzonder jaar wat betreft het thema industriële veiligheid. In september 2022 werd EemsEnergy Terminal B.V. in de Eemshaven in gebruik genomen: een drijvende LNG-terminal die extra aardgas in het Nederlandse gasnet brengt. Aan de ingebruikname ging voor de adviseurs en toezichthouders industriële veiligheid van VR Groningen een hectische periode vooraf. Omdat er veel tijdsdruk op het project zat vanwege het dreigende gastekort in Nederland, werd een adviestraject dat doorgaans twee jaar in beslag neemt gecomprimeerd tot ongeveer een half jaar. Dat vroeg van de adviseurs en toezichthouders veel inspanning en creativiteit bij het borgen van de veiligheid van deze bijzondere en belangrijke gasinstallatie.
De Eemshaven was al een vitale energiehub, vanwege de vestiging van meerdere gascentrales en een kolencentrale, die Nederland van elektriciteit voorzien. Toen in februari 2022 de oorlog in Oekraïne uitbrak en de gasvoorziening in gevaar dreigde te komen, was de Eemshaven voor Gasunie en het Ministerie van Economische Zaken dan ook een logische keuze voor de vestiging van een terminal voor aanvoer en verdamping van LNG tot hoogcalorisch aardgas voor gebruik in de industrie en energiesector. Ook de bouw van een stikstoffabriek om hoogcalorisch gas geschikt te maken voor huishoudens speelde mee bij de locatiekeuze.
Drijvende Brzo-inrichting
Het plan voor de drijvende terminal, gevormd door een afgemeerde LNG-carrier en een tweetal Floating Storage Regasification Units (FSRU), zette de afdeling industriële veiligheid van Veiligheidsregio Groningen ‘op scherp’. Onder andere veiligheidsconsultants Paul van Leeuwen (advies), Johan Braker (toezicht) en adviseur crisisbeheersing Jogchum de Boer (preparatie/rampenbestrijdingsplan) stortten zich op het project. “Er zat grote tijdsdruk op de realisatie van de terminal”, blikt Johan Braker terug. “In maart 2022 hoorden we voor het eerst van de plannen van Gasunie, die de terminal vóór het winterseizoen in gebruik wilde nemen om in de koude wintermaanden de gasvoorziening in Nederland te borgen. Het project toont hoe snel de wereld kan veranderen: een paar maanden eerder werd zelfs nog gesproken over de optie om de LNG-terminal op de Maasvlakte bij Rotterdam op termijn buiten gebruik te stellen, omdat de verwachting was dat de vraag naar LNG als gevolg van de energietransitie in de loop der jaren zou gaan afnemen. De casus laat ook zien hoe ingrijpend de gevolgen van internationale geopolitieke spanningen en conflicten kunnen zijn voor de industrie en energiesector in Nederland. En ook voor het risicoprofiel in gebieden met een hub-functie op energiegebied.”
Gedoogsituatie
Want risicobeheersing rond de beoogde terminal was het primaire aandachtspunt voor Veiligheidsregio Groningen. De frequente aanvoer van duizenden tonnen LNG in grote carriers in de Eemshaven, de verdamping van het vloeibare gas en transport naar het leidingnet van Gasunie, betekende immers nogal wat voor de externe veiligheid in de Eemshaven. Daarbij kwamen de veiligheidsexperts in het advies- en toezichttraject voor nogal wat uitdagingen te staan. Johan Braker: “Om te beginnen is sprake van een ‘gedoogsituatie’, omdat vanwege de grote tijdsdruk het normale vergunningverleningstraject, dat wel twee jaar kan duren, niet kon worden gevolgd. In zo’n gedoogsituatie heb je als toezichthoudende overheid minder mogelijkheden voor handhaving dan in een formeel vergunde situatie met vastgelegde vergunningvoorwaarden. Vanwege deze gedoogsituatie hebben we ervoor gekozen om de advies- en toezichttaken strak te scheiden, zodat we binnen onze afdeling geen belangenconflict konden krijgen. Het is ongewenst als ik in mijn toezichthoudende rol tekortkomingen constateer waarop moet worden gehandhaafd, terwijl ik ook als adviseur in het plantraject zat. Daarom heeft mijn collega Paul van Leeuwen de advisering op zich genomen.”
Risico’s en scenario’s
In de advisering en de toezichtfunctie draait alles om risico’s en scenario’s. Omdat EemsEnergy Terminal bepaald geen standaardsituatie voor LNG-opslag en verdamping is, was het voor de Groningse veiligheidsexperts soms zoeken en puzzelen. Zij zochten contact met Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en collega’s in Duitsland, waar al LNG-terminals operationeel zijn. Maar vergelijkbaar zijn die situaties volgens Johan Braker niet: “De Gate terminal op de Maasvlakte heeft zijn opslag en verdampingsunits op het land en ook de Duitse terminal is anders van opzet. Wat EemsEnergy Terminal bijzonder maakt, is dat de hele installatie zich op het water bevindt. Voor de overslag van LNG wordt telkens een bulk carrier afgemeerd en gekoppeld aan één van de twee FSRU’s. En waar voor schepen of pontons zoals de FSRU’s specifieke maritieme veiligheidsregelgeving gelden, is bij de afgemeerde FSRU’s tevens sprake van een drijvende Brzo-inrichting. We moesten ons dus in de advisering en voorbereiding van het toezicht eerst inlezen en inwerken in de veiligheidseisen voor schepen en die vertalen naar de Brzo-praktijk. Dat vroeg de nodige extra studie. Al met al was het een intensief traject, vanwege de grote tijdsdruk, terwijl ook de reguliere advies- en toezichttaken rond industriële veiligheid en Brzo doorgang moeten vinden. Dat vroeg qua personele capaciteit en tijdsplanning wel de nodige creativiteit.”
Ondanks de enorme volumes opgeslagen LNG in de carrier en de afgemeerde FSRU’s omschrijft Johan de risico’s als ‘goed beheersbaar’. Het totaal falen van een LNG-carrier of FSRU met als gevolg een gigantische LNG-uitstroom en onbeheersbare gasbrand, wordt gezien de getroffen maatregelen niet als geloofwaardig beschouwd. Maar op welke scenario’s zijn advisering, toezicht en operationele voorbereiding dan wel geënt?
“De LNG-terminal heeft een zeer hoog niveau van preventieve en repressieve veiligheden in de vorm van passieve en actieve brandbeveiligingen. Zoals gas- en branddetectie, brandwerende coating op de dragende constructies voor leidingen, stationaire koelsystemen, CO2-blussystemen voor technische ruimten en meerdere noodafsluiters (ESD) met een hoge mate van redundantie. Onze belangrijkste focus lag op de verbindingen tussen de LNG-carrier en één van de FSRU’s, tussen de FSRU’s onderling en tussen de FSRU’s en de aardgasinfrastructuur op de wal. Een breuk van zo’n slangleiding met een uitstroom van beperkte duur en een beheersbare brand is het grootste reële scenario, waarop we onze veiligheidsadviezen, inspecties en operationele voorbereiding hebben gericht. Die flexibele verbindingen worden namelijk één van de meest kwetsbare onderdelen van de inrichting beschouwd.”
Samenwerking
De samenwerking en afstemming met EemsEnergy Terminal B.V. (exploitant) en NV Nederlandse Gasunie (werkgever) verliep volgens Johan relatief soepel, waarbij de partijen grotendeels op één lijn zaten qua veiligheidsvisie en preventieve voorzieningen. “Gasunie legt de lat erg hoog als het gaat om veiligheid van haar infrastructuur. Dat bleek ook bij dit project. Zo werden bijvoorbeeld voor de stationaire blusinstallatie pompen met een bepaalde capaciteit geëist. Die bleken echter op de gewenste termijn niet leverbaar. Wel pompen met een veel grotere capaciteit. Gasunie heeft daarop besloten om die pompen met een veel hogere capaciteit maar aan te schaffen, om vertraging te voorkomen. Qua blus- en koelwatercapaciteit voldoet de inrichting in de Eemshaven dan ook ruimschoots aan de norm.”
De gedoogsituatie voor de FSRU’s, die samen met de installaties op de kade een hoge drempel Brzo-inrichting vormen, is tijdelijk, want binnen afzienbare termijn wordt alsnog een formele vergunning voor de LNG-terminal verwacht. De ‘spannende fase’ van realisatie met ‘stoom en kokend water’ is voor VR Groningen achter de rug. Omdat EemsEnergy Terminal voor enkele jaren een blijvend karakter krijgt om de gasvoorziening in Nederland op peil te helpen houden, zal regelmatig regulier Brzo-toezicht op de installatie worden uitgevoerd conform de nieuwe LBR-systematiek.
Foto’s: Veiligheidsregio Groningen, Joram Krol.
Lees ook
Blog: Eén klein incident, met vier grote lessen