Van waterland naar klimaatland: adaptief denken als tweede natuur
17 november 2025
Als afdelingshoofd Veiligheidsregio’s en Crisisbeheersing bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft Jeroen Renes één heldere missie: zo goed mogelijk de veiligheidsregio’s – en daarmee Nederland – faciliteren zodat ze klaar staan voor de risico’s van morgen. “We maken beleid met één doel: dat de professionals in het veld ook in de toekomst hun werk goed kunnen blijven doen.”

Zijn afdeling, bestaande uit zo’n 25 mensen, ondersteunt niet alleen de bewindspersonen in hun optreden en Kamerwerk, maar richt zich vooral op het versterken van het stelsel van veiligheidsregio’s. “We werken niet direct voor burgers, maar voor de professionals die Nederland veilig houden. Wij helpen het stelsel toekomstbestendig te maken.” >
Klimaatveiligheid raakt het hele stelsel
Klimaatveiligheid is volgens Renes één van de meest urgente thema’s binnen het nationale risicobeeld. “We zien risico’s toenemen: natuurbranden, droogte, hittestress, hevige regenval. De overstromingen in Limburg hebben dat pijnlijk duidelijk gemaakt.”
“Vanuit het ministerie is de inzet helder: niet zelf het klimaatprobleem oplossen, maar het stelsel van veiligheidsregio’s helpen zich beter op deze risico’s voor te bereiden. We enthousiasmeren, ondersteunen met beleid, met subsidies of met programma’s. Met het programma klimaatveiligheid maar met programma’s rond maatschappelijke weerbaarheid of onderwijs. Zo stimuleren we dat het hele stelsel zich verder ontwikkelt op de thema’s die er in de toekomst toe doen.”
Van bewustwording naar integratie
Een belangrijke stap is volgens Renes bewustwording. “Ongeacht of je ‘gelooft’ in klimaatverandering of niet: we moeten ons realiseren wat er op ons afkomt.” Renes ziet die bewustwording steeds breder doordringen in het veld. “Waar het eerst een onderwerp was van een klein groepje betrokkenen, zie je nu dat klimaatveiligheid in steeds meer vakraden maar ook breder binnen de veiligheidsregio’s wordt besproken. Dat is een beweging die ik toejuich: dat het onderdeel wordt van het reguliere denken binnen de veiligheidsregio’s.”
Ook in regionale beleidsplannen ziet Renes het thema nadrukkelijk terugkomen. “Bij een bezoek aan Flevoland zag ik bijvoorbeeld hoe klimaatveiligheid daar inmiddels structureel is opgenomen. Dat soort ontwikkelingen stemt hoopvol.”
Verbinding met de Nationale Adaptatiestrategie
De Nationale Adaptatiestrategie (NAS) vormt het landelijke beleidskader voor klimaatadaptatie. “De NAS werkt niet rechtstreeks door naar veiligheidsregio’s, maar we zorgen er wel voor dat hun rol ten aanzien van crisisbeheersing daarin stevig geborgd is,” vertelt Renes.
Daarnaast bewaakt het ministerie de positie van de veiligheidsregio’s in de verschillende beleidsnetwerken. “We zorgen dat hun kennis en ervaring meewegen in landelijke discussies, bijvoorbeeld rond de energietransitie. Ook dat is een klimaatgedreven ontwikkeling met nieuwe veiligheidsrisico’s. Onze verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat de veiligheidsregio’s daarin niet over het hoofd worden gezien.”
Kijk voorbij de discussie
Het gesprek over klimaat is soms gepolariseerd, merkt Renes op. “Klimaat is een opiniewoord geworden. Mensen vinden er wat van – ook als ze geen expert zijn.” Toch ziet hij voor crisisprofessionals een belangrijke uitdaging: “Blijf niet hangen in de discussie. Richt je op de risico’s die zich daadwerkelijk voordoen. Of die nou worden veroorzaakt door klimaatverandering of niet: het is onze taak om Nederland veilig te houden.”
Nederland heeft daarbij een sterke basis, benadrukt Renes. “We zijn van oudsher een waterland. Onze dijken zijn misschien wel de oudste klimaatadaptieve maatregel die er is. Dat adaptieve denken zit in ons DNA. Laten we vanuit die kracht verder bouwen aan nieuwe maatregelen.”
Vertrouwen in het vakmanschap
Renes moedigt veiligheidsregio’s aan om hun rol met zelfvertrouwen te pakken. “We hebben als veiligheidsregio’s een stevige vakinhoudelijke positie. We kennen de netwerken, we hebben goede relaties met partners als de waterschappen. Vanuit die positie kunnen we zowel adviseren als handelen wanneer het echt nodig is.”
Dat vraagt om samenwerking én voorbereiding. “Zorg dat je netwerk op orde is. Bouw voort op de sterke samenwerkingen die er al zijn, zoals bij waterveiligheid. Gebruik die ervaring ook bij andere klimaatrisico’s, zoals hittestress of langdurige droogte.”
Samen verder bouwen
Tot slot spreekt Renes zijn waardering uit voor iedereen die al jaren aan het thema werkt. “Er zijn zoveel mensen binnen het programma en het netwerk Klimaatveiligheid die hier met passie aan trekken. Dankzij hen zetten we écht stappen.”
