Terugblik Landelijke dag Informatiemanagement Crisisbeheersing
Het programma Netcentrisch Werken van NIPV organiseerde op donderdag 29 september 2022 voor zo’n 130 functionarissen de Landelijke dag Informatiemanagement Crisisbeheersing bij het RDM in Rotterdam. Deze dag stond in het teken van elkaar ontmoeten, kennis delen en vooruitkijken met vakgenoten.
Het programma Netcentrisch Werken van NIPV organiseerde op donderdag 29 september voor zo’n 130 functionarissen de Landelijke dag Informatiemanagement Crisisbeheersing bij het RDM in Rotterdam. Deze dag stond in het teken van elkaar ontmoeten, kennis delen en vooruitkijken met vakgenoten. Het visuele verslag geeft een overzicht van alle activiteiten van de dag: de sprekers vanuit diverse invalshoeken, een paneldiscussie en diverse workshops georganiseerd door partners. U kunt het visuele verslag hieronder downloaden.
Visueel verslag landelijke dag Informatiemanagement crisisbeheersing
Download hier alle documenten
Tijdens de opening van de dag sprak IJle Stelstra zijn zorgen uit over alle ontwikkelingen van deze bijzondere tijd waarin het lijkt of we extremen steeds normaler gaan vinden. Volgens Paul Gelton moeten we nog meer delen. ‘Inzicht in het informatiebeeld dankzij het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) draagt bij aan netcentrisch werken en Knooppunt Coördinatie Regio’s – Rijk (KCR2). Dit is een bijzonder goed voorbeeld van hoe netcentrisch werken een toegevoegde waarde heeft’.
Sprekers
Prof. mr. dr. Erwin Muller, hoogleraar veiligheid en recht en tevens voorzitter van de commissie die de wet veiligheidsregio’s evalueerde, bijt het spits af en onderstreept het belang van een wettelijk geborgd platform ter ondersteuning van samenwerking in het kader van crisisbeheersing. Die wettelijke borging zou niet alleen moeten gelden voor veiligheidsregio’s en hulpdiensten maar zou ook betrekking moeten hebben op crisispartners in bredere zin. Het aanduiden van LCMS als landelijke voorziening crisisbeheersing is een goede stap in die richting maar gezien het belang is er veel voor te zeggen de aansluiting op de voorziening een meer verplicht karakter te geven.
Prof. Muller noemt twee belangrijke aandachtspunten met betrekking tot het delen van informatie in het kader van crisisbeheersing. De eerste is: wat als een organisatie er belang bij heeft om bepaalde informatie niet te delen of om onjuiste informatie te delen? Het tweede is: hoe open is de landelijke voorziening crisisbeheersing? Heeft de burger er ook toegang toe? Voldoet de voorziening bijvoorbeeld aan de Wet open overheid(1)?
Mevrouw drs. Edith Kuijper, hoofd van het departementaal crisiscentrum van het ministerie van infrastructuur en waterstaat (DCC I&W), noemt de vijf prioritaire dreigingsthema’s (2) van het departement:
- Cyberdreigingen en digitale ontwrichting
- Klimaatverandering en extreem weer
- Uitval of bedreiging van vitale processen
- Verstoring of uitval van satellietnavigatie en ruimteweer
- Dreigingen die voortkomen uit de energietransitie
Gezien deze dreigingsthema’s werkt het DCC I&W logischerwijs met veel partners samen. Niet alle partners, zoals bijvoorbeeld ProRail, werken zelf in LCMS en voor diverse partners fungeert DCC I&W dan ook als een informatieportaal. Relevante informatie van deze partners wordt door DCC I&W via LCMS gedeeld en relevante informatie uit LCMS wordt door DCC I&W met deze partners gedeeld.
Mevrouw Kuijper noemt drie belangrijke aandachtspunten voor verdere ontwikkeling van de crisisbeheersing:
- De notie dat crisisbeheersing staat of valt met netwerksamenwerking moet in al z’n consequenties nog verder worden geconcretiseerd. Crisismanagement is netwerkmanagement.
- Niet alleen in het kader van crisisbeheersing is het belangrijk beelden te delen tussen organisaties. Veiligheid en continuïteit zijn altijd samenwerkingsuitdagingen en DCC I&W werkt dan ook toe naar een permanent landelijk actueel risicobeeld dat met partners kan worden gedeeld.
- Met de verdere toename van informatiedeling is overkill van informatie een valkuil.
Prof. dr. Jop Groeneweg, hoogleraar aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de TU Delft, vraagt zich af of we in de verschillende crises van de laatste tijd écht onze kennis gebruiken om crises te voorkomen en om crises op een gestructureerde wijze op te lossen. We zijn telkens weer trots op het improvisatievermogen van functionarissen in de crisisorganisatie maar trekken we daarmee niet een te zware wissel op hun veerkracht en incasseringsvermogen?
[1] https://wetten.overheid.nl/BWBR0045754/2022-08-01
[2] https://www.dcc-ienw.nl/binaries/dcc-ienw/documenten/rapporten/2022/april/11/beleidsplan-crisisbeheersing-ienw-2022—2026/Beleidsplan+crisisbeheersing+IenW+2022+tm+2026.pdf
Paneldiscussie
In de paneldiscussie komt de vraag naar voren of er bij de verschillende crises van de laatste tijd niet te veel en te snel naar veiligheidsregio’s wordt gekeken. Wordt van veiligheidsregio’s – bijvoorbeeld in de vluchtelingenopvang – in kwalitatieve en kwantitatieve zin niet meer gevraagd dan waar ze voor zijn opgericht? En in verband hiermee: is alles crisis wat we crisis noemen? Met betrekking tot de problematiek rond de vluchtelingenopvang wordt opgemerkt dat deze problematiek een voorbeeld van een crisis die vooral is ontstaan doordat reguliere structuren zijn uitgekleed. Daarmee kan er in kwalitatieve zin wel degelijk een rol ontstaan voor veiligheidsregio’s.

Maar wanneer zeggen veiligheidsregio’s ‘nee’ als de taken in kwantitatieve zin te veel worden? Aangegeven wordt dat in de eerste plaats hulpverlening bij medewerkers van veiligheidsregio’s in de genen zit. In de tweede plaats worden veiligheidsregio’s in hun keuzes gestuurd door een bestuur. In de praktijk wordt er inderdaad veel improvisatie- en incasseringsvermogen gevraagd van de medewerkers van de veiligheidsregio’s.
Het Knooppunt Coördinatie Regio’s – Rijk (KCR2) kan helpen om mensen en organisaties bij elkaar te brengen en nóg beter om te gaan met de schaarse capaciteit. Daarnaast is het in z’n algemeenheid belangrijk dat in de praktijk opgedane ervaringen bottom-up worden omgezet in beleid en dat op die manier kan worden gezorgd voor continuïteit en consistentie
Het panel onderstreept de door de inleidende sprekers genoemde ontwikkelingen om informatiedeling al in de koude fase te beginnen en om het netwerk waarbinnen informatie wordt gedeeld ook verder te verbreden. Beide ontwikkelingen kunnen helpen bij het voorkomen dat risico’s en kwetsbaarheden zich ontwikkelen tot crises. Wat in het verleden soms ondenkbaar was bleek later toch denkbaar te zijn. Laten we daarom bij het nadenken over onze huidige risico’s en kwetsbaarheden niet te snel uitgaan van ‘ondenkbaarheid’. Bij de inrichting van onze maatschappij moeten we beter gebruik maken van onze kennis om crises te voorkomen en om crises op een gestructureerde wijze op te lossen. Op dit moment rekenen we te veel op de veerkracht en het improvisatievermogen van individuen.
Belevingsmarkt
Onder het genot van een lunch konden alle deelnemers tijdens de belevingsmarkt diverse demo’s en materialen bekijken. Zo werd er in het Mobiel Media Lab van de politie uitleg gegeven over het doel van de bus en trokken NIPV collega’s met de dieplader en de zandzak vulmachine veel bekijks.
Tijdens het interactieve middagdeel stond tijdens diverse workshops het delen van kennis en ervaringen over onder andere het Weer Impact Team van DCC IenW, KCR2 en het nieuwe natuurbrandverspreidingsmodel centraal. Tot slot sloot dagvoorzitter Esther van de Voort de dag op een ludieke manier met wrap up comedy af.

Meer informatie?
Staat van Netcentrisch Werken – nieuwe stijl
De Staat van Netcentrisch Werken is een continue kwaliteitscyclus, waarmee kan worden gemonitord hoe het gesteld is met netcentrisch werken in Nederland: op organisatieniveau, op sectorniveau en ook overall. Sinds eind 2021 is de aanpak vernieuwd en wordt er meer verantwoordelijkheid gelegd bij de netcentrisch werkende organisaties zelf. Binnen het programma Netcentrisch Werken zijn alle resultaten geanalyseerd en verwerkt in een rapportage.
Download hier het document
In de rapportage komen eveneens een aantal sector overstijgende thema’s aan bod die in veel netcentrisch werkende organisaties nog verder ontwikkeld kunnen worden. Deze thema’s voor doorontwikkeling zijn verder uitgewerkt. Deze vindt u via onderstaande link.
Meer informatie en contact
Lees ook
Energie- en grondstoffentransitie, klimaatverandering, toenemende ketencomplexiteit; de hele maatschappij is in transitie. Ook de industrie en de transportketen krijgen met nieuwe risico’s te maken, met uitdagingen voor risico- en crisisbeheersingsspecialisten van de veiligheidsregio’s.
Het NIPV en het LEC IV bieden in 2024 een tweetal cursussen NFPA (National Fire Protection Association) aan. De Amerikaanse NFPA veiligheidsstandaarden worden ook in veel andere landen, waaronder Nederland, toegepast.
Het LEC IV was dit jaar prominent aanwezig op het Brandweer Event in het Autotron in Rosmalen. Het jaarlijkse tweedaagse event, georganiseerd door Brandweer Nederland en het NIPV, was voor het LEC en het Netwerk IV een gelegenheid bij uitstek om te netwerken en de bekendheid met het vakgebied industriële veiligheid bij de veiligheidsregio’s te vergroten.
Al tien jaar lang werken gemeenten, omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s, ProRail en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aan het harmoniseren van het beoordelingskader en veiligheidsmaatregelen rond spoorwegemplacementen.
Tijdens inspecties blijkt dat flensverbindingen aan leidingen, installaties en opslagtanks voor gevaarlijke stoffen niet altijd aan de gestelde eisen voldoen, waardoor die verbindingen kunnen falen.
Nog ruim een maand te gaan en dan is het zo ver: de langverwachte invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 1 januari 2024 is bij Koninklijk besluit, dat is voorgelegd aan de aan de Eerste en Tweede Kamer, vastgelegd.
In de industriële energievoorziening is ammoniak de komende jaren belangrijk als drager voor waterstof en mogelijk ook als brandstof. De industrie sorteert daar al op voor, met plannen voor uitbreiding van bestaande ammoniakopslagterminals en aanvragen voor zowel ombouw van cryogene tanks als nieuwe opslagtanks.
Passie voor de brandweer zit bij Peter Meijer in het bloed. Hij begon 32 jaar geleden als aspirant-brandwacht bij de toenmalige Regionale Brandweer Noord-Kennemerland en werkte zich in de loop der jaren uiteindelijk op tot Hoofdofficier van Dienst.
De externe noodplannen in het kader van de Seveso III-richtlijn, beter bekend als ‘rampbestrijdingsplannen voor Brzo-bedrijven’ zijn bijna overal up to date.